Argentijnse mier

Argentijnse mier

Argentijnse plaagmier

Koninkrijk
Klasse
Volgorde
Familie
Soort
SOORTEN
Linepithema humile

De Argentijnse mier of Argentijnse plaagmier (Linepithema humile) is een mierensoort uit de onderfamilie geurmieren (Dolichoderinae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1868 door Mayr.

Laat meer zien

De soort is berucht als plaaginsect en werd in 1976 voor het eerst in Nederland waargenomen.

Laat minder zien

Verdeling

Geografie

Het oorspronkelijke leefgebied van de Argentijnse mier is het stroomgebied van de Paraná-rivier in noordelijk Argentinië, Brazilië, Paraquay en Uruguay. In Argentinië is het klimaat subtropisch, noordelijker mediterraan. De soort heeft zich uitgebreid over alle continenten, met uitzondering van Antarctica. Binnenshuis kunnen ze overal voor komen. In Nederland kan de Argentijnse mier zich ook buitenshuis goed handhaven en zijn daar zelfs in de winter actief. Ze kunnen voorkomen onder velerlei soorten bodemmateriaal, vaak als uitvalsbasis naar honingdauw producerende insecten (blad- of schildluizen), die als voedselbron dienen. In Nederland worden ze regelmatig in huizen aangetroffen, soms ook in grote kolonies. Ze zijn gevonden in potplanten en voorraadkasten.

Laat meer zien

De eerste melding van de Argentijnse mier in Nederland dateert uit 1976. Ze worden regelmatig in huizen aangetroffen. In 1989 werd de soort in Capelle aan den IJssel gesignaleerd. In 2008 en 2009 werd vastgesteld dat de populatie daar een oppervlak van ongeveer 18.000 m2 bezette. Ze bleken ook buitenshuis actief te zijn bij temperaturen beneden het vriespunt. Ook in het Noord-Hollandse Sint Maarten zijn ze buiten aangetroffen.

Laat minder zien

Gewoonten en leefwijze

Dieet en voeding

Het voedsel dat L. humile verzamelt is voor 99% vloeibaar. Het bestaat meestal uit honingdauw, maar ook nectar, water en lichaamssappen van buitgemaakte diertjes of aas. Door het verzamelen van veel nectar zijn ze concurrerend voor bijen.

Paringsgewoonten

PARINGSGEDRAG

De Argentijnse mier is polygyn, met tot honderden koninginnen per kolonie. Een kolonie is in de regel polydoom, bestaande uit meerdere nesten. De nesten zijn meestal geheel ondergronds tot 30 centimeter diep, soms voorzien van een bovengrondse koepel en meestal met meerdere ingangen. Nesten zijn bovengronds onderling verbonden via mierenpaden (trails).

Laat meer zien

L. humile behoort tot de mierensoorten die superkolonies vormen. Een superkolonie is een verzameling nesten van één soort die zich als één kolonie gedraagt. Normaal zou ieder nest zijn eigen territorium verdedigen, maar binnen een superkolonie zijn alle mieren tolerant tegenover elkaar. Ze vertonen onderling weinig of geen agressie en werken samen bij het zoeken naar voedsel. Zowel de werksters als de koninginnen kunnen zich vrij bewegen tussen alle afzonderlijke nesten. Zo nodig kunnen nesten binnen een kolonie ook afwisselend fuseren en weer opsplitsen. Ongeveer 90% van de onbevruchte koninginnen (gyns) wordt binnen één jaar door de werksters gedood. De overlevende koninginnen worden binnen het nest bevrucht. Er vinden dus geen bruidsvluchten plaats. Alleen de mannetjes vliegen uit.

Kolonies breiden zich primair uit over korte afstanden door middel van nest-afsplitsing ('budding'). Een bevruchte koningin vestigt dan op loopafstand een eigen nest, dat wel onderdeel van de oorspronkelijke kolonie blijft uitmaken. Op deze manier kan de kolonie zich tot zo'n 150 meter per jaar uitbreiden. Via 'jump-dispersal' (sprongsgewijze verspreiding) kan een kolonie zich ook over grotere afstanden uitbreiden. Gewoonlijk geschiedt dit onbedoeld via transport door mensen. Als een bevruchte koningin als verstekeling via menselijk transport een nieuw gebied weet te bereiken, kan zij daar een nieuw nest beginnen als onderdeel van de oude kolonie. Een superkolonie kan zich dan ook over zeer grote oppervlakten uitstrekken en zelfs meerdere continenten bestrijken.

In de oorspronkelijke biotoop komen van de Argentijnse mier zowel superkolonies voor, als kleinere kolonies die bestaan uit losse geïsoleerde nesten. Bij laatstgenoemde zijn de mieren van naburige nesten wel agressief ten opzichte van elkaar. In het oorspronkelijke leefgebied zijn ze minder bedreigend voor andere soorten dan in nieuwe gebieden waar ze invasief zijn, vermoedelijk door concurrerende mierensoorten.

Laat minder zien

Populatie

Referenties

1. Argentijnse mier artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Argentijnse_mier

Meer fascinerende dieren om over te leren