Fylum

Stekelhuidigen

93 soorten

De stekelhuidigen (Echinodermata) vormen een stam van ongewervelde dieren die voorkomen in zee. De stekelhuidigen zijn te herkennen aan hun meestal vijfstralige radiale symmetrie. De stam omvat een aantal bekende zeedieren zoals de zeesterren, zee-egels, zeekomkommers en de zeelelies. Er zijn ongeveer 7000 levende soorten beschreven, wat het de op een na grootste groep van deuterostomen maakt, na de chordadieren (gewervelden en verwanten).

Stekelhuidigen zijn typische bewoners van de zeebodem. Het is een van de weinige diergroepen die overvloedig voorkomen in de diepzee, evenals in ondiepere oceanen. De meeste stekelhuidigen kunnen zich ongeslachtelijk voortplanten en delen van hun lichaam regenereren. In de twintigste eeuw werden stekelhuidigen veel gebruikt voor het onderzoek naar biologische regeneratie. Geologisch gezien zijn stekelhuidigen van groot belang door hun geossificeerde skeletten, die waardevolle aanwijzingen kunnen geven over de stratigrafische omgeving.

De eerste stekelhuidigen verschenen aan het begin van het Cambrium. De groep onderging een snelle evolutie gedurende het Mesozoïcum, en hadden een grote sturende rol in de ecologie van de wereldzeeën. Eén opvallende uitgestorven groep, de zeelepelachtigen (Homalozoa), lijkt dicht bij de evolutionaire oorsprong van de stekelhuidigen te liggen. Deze dieren hadden uitwendige kieuwen waarmee ze voedingsdeeltjes uit het zeewater filterden, vergelijkbaar met die van chordadieren en hemichordaten.

De stekelhuidigen vormen een duidelijk te onderscheiden groep van uitsluitend in zee levende dieren, waarvan de volwassen exemplaren hoofdzakelijk op of in de zeebodem leven. Er zijn ongeveer 6000 recente soorten beschreven, en 20.000 soorten zijn bekend als fossiel, waarvan de oudste uit het Cambrium.

Deze dieren komen voor vanaf de kust tot in de diepste delen van de oceanen. Omdat ze geen systeem hebben dat de water- en zoutbalans in hun lichaam kan regelen, komen ze niet voor in water met een laag zoutgehalte. Parasitaire vormen komen niet voor in deze groep, waarvan de vertegenwoordigers in grootte variëren van 5 mm tot meer dan 1 m. Een van de opvallendste kenmerken is de radiale symmetrie van het lichaam van de volwassen dieren.

laat minder zien

De stekelhuidigen (Echinodermata) vormen een stam van ongewervelde dieren die voorkomen in zee. De stekelhuidigen zijn te herkennen aan hun meestal vijfstralige radiale symmetrie. De stam omvat een aantal bekende zeedieren zoals de zeesterren, zee-egels, zeekomkommers en de zeelelies. Er zijn ongeveer 7000 levende soorten beschreven, wat het de op een na grootste groep van deuterostomen maakt, na de chordadieren (gewervelden en verwanten).

Stekelhuidigen zijn typische bewoners van de zeebodem. Het is een van de weinige diergroepen die overvloedig voorkomen in de diepzee, evenals in ondiepere oceanen. De meeste stekelhuidigen kunnen zich ongeslachtelijk voortplanten en delen van hun lichaam regenereren. In de twintigste eeuw werden stekelhuidigen veel gebruikt voor het onderzoek naar biologische regeneratie. Geologisch gezien zijn stekelhuidigen van groot belang door hun geossificeerde skeletten, die waardevolle aanwijzingen kunnen geven over de stratigrafische omgeving.

De eerste stekelhuidigen verschenen aan het begin van het Cambrium. De groep onderging een snelle evolutie gedurende het Mesozoïcum, en hadden een grote sturende rol in de ecologie van de wereldzeeën. Eén opvallende uitgestorven groep, de zeelepelachtigen (Homalozoa), lijkt dicht bij de evolutionaire oorsprong van de stekelhuidigen te liggen. Deze dieren hadden uitwendige kieuwen waarmee ze voedingsdeeltjes uit het zeewater filterden, vergelijkbaar met die van chordadieren en hemichordaten.

De stekelhuidigen vormen een duidelijk te onderscheiden groep van uitsluitend in zee levende dieren, waarvan de volwassen exemplaren hoofdzakelijk op of in de zeebodem leven. Er zijn ongeveer 6000 recente soorten beschreven, en 20.000 soorten zijn bekend als fossiel, waarvan de oudste uit het Cambrium.

Deze dieren komen voor vanaf de kust tot in de diepste delen van de oceanen. Omdat ze geen systeem hebben dat de water- en zoutbalans in hun lichaam kan regelen, komen ze niet voor in water met een laag zoutgehalte. Parasitaire vormen komen niet voor in deze groep, waarvan de vertegenwoordigers in grootte variëren van 5 mm tot meer dan 1 m. Een van de opvallendste kenmerken is de radiale symmetrie van het lichaam van de volwassen dieren.

laat minder zien