Volgorde

Vliesvleugeligen

149 soorten

De vliesvleugeligen (Hymenoptera) zijn een grote orde van insecten die vertegenwoordigd wordt door ruim 150.000 verschillende soorten. De vliesvleugeligen danken hun naam aan de dunne en doorzichtige vleugels. Bekende vliesvleugeligen zijn mieren, wespachtigen, bijen en hommels.

Vrouwtjes zijn uitgerust met een speciale ovipositor (legboor) om eitjes af te zetten in gastheren of plaatsen die moeilijk toegankelijk zijn voor andere dieren. Bij veel soorten is de ovipositor gedurende de evolutie gemodificeerd tot een angel, een gifdragend steekorgaan. Vliesvleugeligen ontwikkelen zich via een volledige metamorfose, wat wil zeggen dat ze een larvaal stadium en een inactief popstadium doormaken voordat ze volwassen worden.

Vliesvleugeligen zijn een zeer grote groep van insecten. Van de meeste soorten zijn slechts enkele exemplaren bekend en van veel soorten is slechts de vindplaats van deze individuen gekend en weten wetenschappers nog niets over het ware verspreidingsgebied en de ecologie van de soort.

De schattingen van het aantal soorten dat tot de vliesvleugeligen behoort liggen in de orde van grootte van 300.000 wereldwijd, waarvan er echter nog maar ongeveer 100.000 beschreven zijn. In Europa leven ongeveer 11.000 soorten, het aantal in Nederland voorkomende vliesvleugeligen wordt geschat op 8500; ook dit aantal zal nog aanmerkelijk toenemen. Ter vergelijking: het aantal uit Nederland bekende keversoorten bedraagt 3900. In Europa omvat de orde 68 families waarvan er 63 in Nederland zijn aangetroffen.

In het Nederlands Soortenregister staan van de 18.000 inheemse Nederlandse insectensoorten ruim 4300 soorten als vliesvleugelige geregistreerd, waarvan ruim 3400 sluipwespen, zodat bijna 24% van de Nederlandse insectensoorten bij de orde van de vliesvleugeligen ingedeeld wordt. Waarschijnlijk is het aantal soorten sluipwespen dat in Nederland voorkomt aanzienlijk groter dan het geregistreerde aantal.

laat minder zien

De vliesvleugeligen (Hymenoptera) zijn een grote orde van insecten die vertegenwoordigd wordt door ruim 150.000 verschillende soorten. De vliesvleugeligen danken hun naam aan de dunne en doorzichtige vleugels. Bekende vliesvleugeligen zijn mieren, wespachtigen, bijen en hommels.

Vrouwtjes zijn uitgerust met een speciale ovipositor (legboor) om eitjes af te zetten in gastheren of plaatsen die moeilijk toegankelijk zijn voor andere dieren. Bij veel soorten is de ovipositor gedurende de evolutie gemodificeerd tot een angel, een gifdragend steekorgaan. Vliesvleugeligen ontwikkelen zich via een volledige metamorfose, wat wil zeggen dat ze een larvaal stadium en een inactief popstadium doormaken voordat ze volwassen worden.

Vliesvleugeligen zijn een zeer grote groep van insecten. Van de meeste soorten zijn slechts enkele exemplaren bekend en van veel soorten is slechts de vindplaats van deze individuen gekend en weten wetenschappers nog niets over het ware verspreidingsgebied en de ecologie van de soort.

De schattingen van het aantal soorten dat tot de vliesvleugeligen behoort liggen in de orde van grootte van 300.000 wereldwijd, waarvan er echter nog maar ongeveer 100.000 beschreven zijn. In Europa leven ongeveer 11.000 soorten, het aantal in Nederland voorkomende vliesvleugeligen wordt geschat op 8500; ook dit aantal zal nog aanmerkelijk toenemen. Ter vergelijking: het aantal uit Nederland bekende keversoorten bedraagt 3900. In Europa omvat de orde 68 families waarvan er 63 in Nederland zijn aangetroffen.

In het Nederlands Soortenregister staan van de 18.000 inheemse Nederlandse insectensoorten ruim 4300 soorten als vliesvleugelige geregistreerd, waarvan ruim 3400 sluipwespen, zodat bijna 24% van de Nederlandse insectensoorten bij de orde van de vliesvleugeligen ingedeeld wordt. Waarschijnlijk is het aantal soorten sluipwespen dat in Nederland voorkomt aanzienlijk groter dan het geregistreerde aantal.

laat minder zien