Het is een van de twee grote Crocidura-soorten van Java (de andere is C. orientalis). Beide zijn wel tot C. fuliginosa gerekend. C. brunnea is van C. orientalis te onderscheiden door de vorm van de staart: C. brunnea heeft een korte, vierkante staart waarvan de eerste 30% (ondersoort brunnea) of de hele staart (ondersoort pudjonica) bedekt is met spaarzame lange borstels. De kop-romplengte bedraagt 72 tot 104 mm, de staartlengte 42 tot 67 mm, de achtervoetlengte 13,5 tot 17 mm en de schedellengte 23,1 tot 25,8 mm.