Soort

Aegialomys

2 soorten

Aegialomys is een geslacht van knaagdieren uit de Oryzomyini dat voorkomt in de bergen en laaglanden van westelijk Ecuador en Peru en op de Galápagoseilanden. Dit geslacht wordt meestal tot Oryzomys gerekend, maar fylogenetisch onderzoek heeft uitgewezen dat Aegialomys niet nauw verwant is aan de rest van Oryzomys, maar in plaats daarvan aan onder andere Nectomys en Sigmodontomys. De geslachtsnaam Aegialomys is een samenstelling van de Oudgriekse woorden αιγιαλός "zeekust" en μῦς "muis" en verwijst naar het feit dat soorten van dit geslacht vooral aan de kust voorkomen.

Deze soorten hebben een grijsachtige tot geelbruine rugvacht die scherp afgescheiden is van de witte of lichtgele buikvacht. De oren zijn vrij kort. Bij de bases van de tenen zitten kroontjes van haren. De staart, die even lang als of langer dan de kop-romplengte is, is aan de bovenkant wat donkerder dan aan de onderkant.

Er worden tegenwoordig twee soorten binnen Aegialomys erkend, A. xanthaeolus op het vasteland en A. galapagoensis op de Galápagos. Er is echter ook een onbeschreven soort die aan de Ecuadoreaanse kust voorkomt, de status van de vormen ica Osgood, 1944 en baroni J.A. Allen, 1897 als synoniem van A. xanthaeolus is onzeker, en de ondersoort A. galapagoensis bauri is mogelijk een aparte soort. Het werkelijke aantal soorten is daarom nog onduidelijk.

Er zijn twee soorten:

laat minder zien

Aegialomys is een geslacht van knaagdieren uit de Oryzomyini dat voorkomt in de bergen en laaglanden van westelijk Ecuador en Peru en op de Galápagoseilanden. Dit geslacht wordt meestal tot Oryzomys gerekend, maar fylogenetisch onderzoek heeft uitgewezen dat Aegialomys niet nauw verwant is aan de rest van Oryzomys, maar in plaats daarvan aan onder andere Nectomys en Sigmodontomys. De geslachtsnaam Aegialomys is een samenstelling van de Oudgriekse woorden αιγιαλός "zeekust" en μῦς "muis" en verwijst naar het feit dat soorten van dit geslacht vooral aan de kust voorkomen.

Deze soorten hebben een grijsachtige tot geelbruine rugvacht die scherp afgescheiden is van de witte of lichtgele buikvacht. De oren zijn vrij kort. Bij de bases van de tenen zitten kroontjes van haren. De staart, die even lang als of langer dan de kop-romplengte is, is aan de bovenkant wat donkerder dan aan de onderkant.

Er worden tegenwoordig twee soorten binnen Aegialomys erkend, A. xanthaeolus op het vasteland en A. galapagoensis op de Galápagos. Er is echter ook een onbeschreven soort die aan de Ecuadoreaanse kust voorkomt, de status van de vormen ica Osgood, 1944 en baroni J.A. Allen, 1897 als synoniem van A. xanthaeolus is onzeker, en de ondersoort A. galapagoensis bauri is mogelijk een aparte soort. Het werkelijke aantal soorten is daarom nog onduidelijk.

Er zijn twee soorten:

laat minder zien