Het zilverbekje (Euodice cantans synoniem: Lonchura cantans) is een zangvogeltje behorend tot de familie van de prachtvinken. Zijn verspreidingsgebied is Afrika en het zuiden van het Arabisch Schiereiland.
De vogel is 11 cm en weegt 10 tot 14 g. Het mannetje van het zilverbekje is moeilijk te onderscheiden van het vrouwtje, soms is het vrouwtje wat donkerder, maar alleen de man zingt. Ze vertonen ook veel gelijkenis met het loodbekje. De snavel van het zilverbekje is lichter van kleur (zilverkleurig) dan die van het loodbekje en de stuit is zwart. Bij het loodbekje is de stuit wit.In de siervogelhouderij worden verschillende kleurvariëteiten gekweekt die bekend zijn als: donkerbuik zilverbekje, bruin zilverbekje, donkerbuik bruin zilverbekje en effen witte vogels de zogenaamde ino's.
Het is een levendige, sociale en verdraagzame vogel, die goed in een gemengde volière gehouden kan worden. Meerdere koppels samen houden in een volière heeft de voorkeur boven een enkel koppeltje.
Zorg dat er hooi, sisal- en kokosvezel voorhanden is, dan bouwen ze zelf een zacht nestje in kleine broedkastjes of verlaten nesten van andere vogels, waarin vier tot zes eitjes worden gelegd, die zowel door het mannetje als door het vrouwtje worden uitgebroed. De jongen blijven nog minimaal drie weken in het nest en worden daarna ook nog ongeveer twee weken door beide ouders verzorgd.
Het zilverbekje is een goed en gemakkelijk vogeltje voor beginnende kwekers. Bovendien zijn ze beroemd om hun pleegouderschap. Eitjes van ander vogels, die wat moeilijker blijven broeden, kunnen gemakkelijk ondergeschoven worden en dit geeft ook geen enkel probleem zoals met de eieren van de gordelgrasvink gedaan kan worden.
De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd, maar de vogel is plaatselijk algemeen en de aantallen blijven stabiel. Om deze redenen staat de als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.