Tot de ontdekking van de verwante soort Atheris matildae in 2011 werd gedacht dat Atheris ceratophora de enige soort van het geslacht was dat hoornachtige schubben boven de ogen had. Net als (bijna) alle soorten van zijn geslacht heeft A. ceratophora een redelijk slank lichaam, brede kop en een grijpstaart. Het is geen lange slang, het langst gemeten mannelijk specimen had een lichaamslengte van 51 centimeter.
Atheris ceratophora is endemisch in de Usumbara- Uluguru- en Udzungwagebergten in Tanzania. De habitat bestaat uit vochtige tropische en subtropische bossen, zowel in laaglanden als in bergstreken. Deze boombewonende slang leeft tussen de 700 en 2000 meter boven zeeniveau in een gebied dat ongeveer 15.161 km2 groot is.
De vrouwtjes zetten geen eieren af maar zijn eierlevendbarend, de jongen komen levend ter wereld.
De populaties van deze soort leven gefragmenteerd en komen alleen voor in bergregenwouden die aan ontbossing onderhevig zijn. Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is de beschermingsstatus 'kwetsbaar' toegewezen (Vulnerable of VU).