Deze soort wordt vaak als een ondersoort van N. stramineus uit de Kleine Antillen gezien, maar kan daarvan worden onderscheiden door de vorm van het rostrum (gehemelte) (het rostrum is kort en robuust bij N. espiritosantensis). Deze soort werd oorspronkelijk als een Myotis beschreven en pas later als een Natalus herkend. Een andere Braziliaanse populatie is beschreven als Natalus stramineus natalensis Goodwin, 1959. De voorarmlengte bedraagt 36,7 tot 42,1 mm, de tibialengte 19,5 tot 23,4 mm en de schedellengte 15,7 tot 17,2 mm. Exemplaren uit zuidelijk Brazilië zijn wat groter dan hun soortgenoten uit het noorden.