De doodsadder (Acanthophis antarcticus) is een cobra-achtige slang uit de familie koraalslangachtigen (Elapidae). De slang is zeer giftig en bij een beet kan het gif dodelijk zijn voor mensen.
Na
NachtelijkVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Te
TerrestrischeHi
Hinderlaag roofdierPr
Precociale dierenHo
Holbewonende dierenEen graafgang is een holte of een tunnel die een dier in de grond heeft gegraven als tijdelijk verblijf, als schuilplaats of als bijproduct van ond...
Le
LevendbarendViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Ge
Gevaarlijk voor mensenZe
Zeer giftigSo
Solitaire dierenGe
Geen migrantC
begint metDe slang bereikt een lichaamslengte van 50 centimeter tot ongeveer een meter. De lichaamskleur is bruin tot zwart met lichtere banden. Sommige variaties zijn zwart van kleur en hebben dunne witte banden met daartussen bruine banden. De slang heeft 21 tot 23 rijen schubben in de lengte op het midden van het lichaam, de dorsale schubben zijn niet of licht gekield. Aan de buikzijde is een enkele rij schubben aanwezig die wit van kleur zijn en vaak kleine zwarte vlekjes hebben.
Deze soort komt voor in delen van Azië, te weten Papoea-Nieuw-Guinea en in grote delen van Australië. In Australië komt de doodsadder voor in de deelstaten Nieuw-Zuid-Wales, Noordelijk Territorium, Queensland, Victoria, West-Australië en Zuid-Australië. De slang ontbreekt alleen in woestijnachtige gebieden en de zuidwestelijke delen van het land. De habitat bestaat uit droge tropische en subtropische bossen, vochtige tropische en subtropische laaglandbossen, droge savannen en verschillende typen scrublands en graslanden. De doodsadder graaft zich deels in in het zand om overdag te rusten en komt alleen tevoorschijn tijdens de nachtelijke jacht.
Op het menu staan kleine vogels, muizen en soms hagedissen. Prooidieren worden gelokt door de zeer beweeglijke en afwijkend gekleurde staartpunt. Door de staartpunt als een wormpje te bewegen worden namelijk insecteneters gelokt die -als ze dichtbij komen- worden gebeten. Het gif van de doodsadder is ook voor mensen dodelijk.
De doodsadder is eierlevendbarend; de vrouwtjes leggen geen eieren maar brengen levende jongen ter wereld. Per worp worden tot ongeveer twintig jongen geboren.