Land

Faeröer

290 soorten

De Faeröer ? zijn een eilandengroep, gelegen in de noordelijke Atlantische Oceaan in de driehoek Schotland-Noorwegen-IJsland.

Geografie

De Faeröer bestaan uit achttien eilanden met een gezamenlijke oppervlakte van 1.393 km² en een totale kustlijn van 1.117 km. De eilanden hebben een bergachtig landschap met fjorden en steile kliffen die uit zee oprijzen. Tussen de eilanden liggen diepe wateren met vaak sterke stromingen. De eilanden hebben een aantal meren, waarvan het Sørvágsvatn het grootste is. Het hoogste punt is de Slættaratindur op het eiland Eysturoy, met 882 m (lijst met bergen). Door het ruige landschap was het lange tijd moeilijk om de dorpen met elkaar te verbinden maar door een aantal tunnels en bruggen is dit grotendeels opgelost. Door de nieuwe tunnel, die in december 2020 is geopend, werd de reistijd tussen de hoofdstad Tórshavn, op het eiland Streymoy, en Strendur op het eiland Eysturoy, herleid van veertig tot zeven minuten. De Faeröer hebben door de Noord-Atlantische stroom een mild zeeklimaat.

De hoofdstad Tórshavn, met 19.282 inwoners (2005), ligt op het grootste eiland, Streymoy. Dit eiland is met een brug verbonden met het op een na grootste eiland, Eysturoy. Een andere wat grotere plaats is Klaksvík met 4664 inwoners (2005), op Borðoy.

Vanaf Borðoy loopt een dam naar zowel Viðoy als Kunoy. Deze drie eilanden vormen samen met Kalsoy, Svínoy en Fugloy de Noordereilanden.

Op Vágar ligt het enige vliegveld van de Faeröer, de Luchthaven Vágar. Vroeger moesten luchtreizigers die naar Tórshavn wilden, een overtocht per veerboot maken, maar sinds in 2002 de Vágartunnel werd voltooid is er een rechtstreekse wegverbinding.

Het meest westelijke eiland Mykines is beroemd om zijn populatie papegaaiduikers. De hele archipel heeft overigens een rijk vogelleven (zo'n 200 verschillende soorten): de steile, rotsachtige kust maakt de nesten onbereikbaar voor vijanden.

Suðuroy heet het iets afgelegen zuidelijke eiland van de archipel. In 1742 liep hier het Hollandse schip Westerbeek van de Verenigde Oostindische Compagnie, geladen met thee en specerijen, op de klippen en sloeg daarna te pletter tegen de steile westerwand van het eiland, kapseisde, waarna het zonk. Kapitein Herman Schutte was door de aanhoudende mist behoorlijk uit de koers geraakt. Toch konden 81 opvarenden gered worden en uiteindelijk na 9 maanden terugkeren naar de Nederlanden. Scheepsarts Joseph Gewording van der Schild bleef achter: hij was ondertussen met een Faeröerse getrouwd en aangesteld als lands-chirurgijn. Op 19 februari 2016 werden er in Rotterdam twee Faeröerse postzegels over de Westerbeek voorgesteld in aanwezigheid van Faeröerse nakomelingen van de Nederlandse bemanning.

laat minder zien

De Faeröer ? zijn een eilandengroep, gelegen in de noordelijke Atlantische Oceaan in de driehoek Schotland-Noorwegen-IJsland.

Geografie

De Faeröer bestaan uit achttien eilanden met een gezamenlijke oppervlakte van 1.393 km² en een totale kustlijn van 1.117 km. De eilanden hebben een bergachtig landschap met fjorden en steile kliffen die uit zee oprijzen. Tussen de eilanden liggen diepe wateren met vaak sterke stromingen. De eilanden hebben een aantal meren, waarvan het Sørvágsvatn het grootste is. Het hoogste punt is de Slættaratindur op het eiland Eysturoy, met 882 m (lijst met bergen). Door het ruige landschap was het lange tijd moeilijk om de dorpen met elkaar te verbinden maar door een aantal tunnels en bruggen is dit grotendeels opgelost. Door de nieuwe tunnel, die in december 2020 is geopend, werd de reistijd tussen de hoofdstad Tórshavn, op het eiland Streymoy, en Strendur op het eiland Eysturoy, herleid van veertig tot zeven minuten. De Faeröer hebben door de Noord-Atlantische stroom een mild zeeklimaat.

De hoofdstad Tórshavn, met 19.282 inwoners (2005), ligt op het grootste eiland, Streymoy. Dit eiland is met een brug verbonden met het op een na grootste eiland, Eysturoy. Een andere wat grotere plaats is Klaksvík met 4664 inwoners (2005), op Borðoy.

Vanaf Borðoy loopt een dam naar zowel Viðoy als Kunoy. Deze drie eilanden vormen samen met Kalsoy, Svínoy en Fugloy de Noordereilanden.

Op Vágar ligt het enige vliegveld van de Faeröer, de Luchthaven Vágar. Vroeger moesten luchtreizigers die naar Tórshavn wilden, een overtocht per veerboot maken, maar sinds in 2002 de Vágartunnel werd voltooid is er een rechtstreekse wegverbinding.

Het meest westelijke eiland Mykines is beroemd om zijn populatie papegaaiduikers. De hele archipel heeft overigens een rijk vogelleven (zo'n 200 verschillende soorten): de steile, rotsachtige kust maakt de nesten onbereikbaar voor vijanden.

Suðuroy heet het iets afgelegen zuidelijke eiland van de archipel. In 1742 liep hier het Hollandse schip Westerbeek van de Verenigde Oostindische Compagnie, geladen met thee en specerijen, op de klippen en sloeg daarna te pletter tegen de steile westerwand van het eiland, kapseisde, waarna het zonk. Kapitein Herman Schutte was door de aanhoudende mist behoorlijk uit de koers geraakt. Toch konden 81 opvarenden gered worden en uiteindelijk na 9 maanden terugkeren naar de Nederlanden. Scheepsarts Joseph Gewording van der Schild bleef achter: hij was ondertussen met een Faeröerse getrouwd en aangesteld als lands-chirurgijn. Op 19 februari 2016 werden er in Rotterdam twee Faeröerse postzegels over de Westerbeek voorgesteld in aanwezigheid van Faeröerse nakomelingen van de Nederlandse bemanning.

laat minder zien