Kea
De kea (Nestor notabilis) is een vogelsoort uit de kleine familie (Strigopidae) van inheemse papegaaiachtigen die met name leeft in de buurt van Mount Cook in Nieuw-Zeeland. Zijn naaste verwant is de kaka (Nestor meridionalis).
De vogel is circa 46 centimeter lang en weegt ongeveer 825 gram. De staart is 15 tot 20 cm lang. Hij heeft een zeer spitse, gekromde bovensnavel. Het verenkleed van beide geslachten is gelijk: bruin-groen met feloranje ondervleugels. De kea is op het eerste gezicht donkergroen, maar als hij opvliegt wordt het knaloranje onder de vleugel zichtbaar.
De vogel komt voor op het Zuidereiland en is daar standvogel. Hij leeft in de bossen, berggebieden, graslanden en bij woningen in de zone met een gematigd klimaat.
De kea behoort tot de groep papegaaiachtigen die hoofdzakelijk van nectar en stuifmeel leven, maar ook vruchten, insecten en verse twijgen worden weleens gegeten. De vogels blijken ook weleens een schaap aan te vallen. Ze klampen zich vast op de rug en plukken eerst de wol. Vervolgens scheuren ze de huid open en eten van het vet en vlees.
Deze nieuwsgierige vogel is een van de slimste en creatiefste papegaaien. Ongeveer 10.000 jaar geleden, zo is de theorie, heeft de vogel zich moeten aanpassen aan het veranderende klimaat van de ijstijd. De snel veranderende, klimatologische omstandigheden begunstigden de creatiefste vogels.
De kea is, in tegenstelling tot alle andere bekende papegaaisoorten, een omnivoor. Het is bekend dat de kea eieren van andere vogels eet. Maar toen zich in de 18e en 19e eeuw schapenboeren in de valleien gingen vestigen, ontdekten de kea's dat ze zich goed konden voeden met schapenbloed. Steeds vaker drongen kea's 's nachts schaapstallen binnen en pikten de weerloze schapen in hun nek en rug om het bloed en het vet op te eten. Door dit eetgedrag stierven veel schapen.
Ze nestelen meestal in een rotsspleet of in een holle boom, vaak bij een gunstig gelegen rotspunt. Ze leggen tussen januari en juli 2 tot 4 witte eieren, die 3 tot 4 weken door het vrouwtje worden bebroed. Als de jongen uit het ei zijn duurt het nog ongeveer 14 weken voordat ze veren krijgen.