Soort

Kwabaal

1 soorten

De kwabaal (Lota lota) is een zoetwatervis uit de familie van de kwabalen. Het is de enige kabeljauwachtige die zijn hele leven in zoet water doorbrengt.

De soort staat ook bekend als puitaal, weeraal, lomp of zoetwaterkabeljauw waarbij sommige namen ook gebruikt worden voor andere vissoorten.

De kwabaal komt voor in helder stromend water of in betrekkelijk schone, diepe meren. Afwisseling in de bodemstructuur is belangrijk, want de vis houdt zich overdag schuil onder stenen of in holtes. Hij is 's nachts actief in het koude seizoen. De vis paait bij lage temperaturen in de winter en het vroege voorjaar. Het water moet erg koud zijn, want bij watertemperaturen boven 6 °C sterven bijna alle opgroeiende larven.

Overstromingsvlaktes zijn noodzakelijk als opgroeigebieden voor de larven en de jonge kwabalen. Waterpeilbeheersing en beekkanalisaties, waardoor er geen overstromingen in beekdalen en plassengebieden meer voorkomen, zijn belangrijke oorzaken van de verdwijning van de kwabaal. Verder is opwarming door lozingen van koelwater een nadelige factor. Ook kunnen kwabalen door verstuwing vaak de paaiplaatsen niet meer bereiken.

laat minder zien

De kwabaal (Lota lota) is een zoetwatervis uit de familie van de kwabalen. Het is de enige kabeljauwachtige die zijn hele leven in zoet water doorbrengt.

De soort staat ook bekend als puitaal, weeraal, lomp of zoetwaterkabeljauw waarbij sommige namen ook gebruikt worden voor andere vissoorten.

De kwabaal komt voor in helder stromend water of in betrekkelijk schone, diepe meren. Afwisseling in de bodemstructuur is belangrijk, want de vis houdt zich overdag schuil onder stenen of in holtes. Hij is 's nachts actief in het koude seizoen. De vis paait bij lage temperaturen in de winter en het vroege voorjaar. Het water moet erg koud zijn, want bij watertemperaturen boven 6 °C sterven bijna alle opgroeiende larven.

Overstromingsvlaktes zijn noodzakelijk als opgroeigebieden voor de larven en de jonge kwabalen. Waterpeilbeheersing en beekkanalisaties, waardoor er geen overstromingen in beekdalen en plassengebieden meer voorkomen, zijn belangrijke oorzaken van de verdwijning van de kwabaal. Verder is opwarming door lozingen van koelwater een nadelige factor. Ook kunnen kwabalen door verstuwing vaak de paaiplaatsen niet meer bereiken.

laat minder zien