De manenduif (Caloenas nicobarica) is een soort uit de familie van de duiven en komt voor in Zuid- en Zuidoost-Aziatische landen als India, Thailand, Myanmar, Maleisië, Indonesië, de Filipijnen, Papoea-Nieuw-Guinea, maar ook op de Salomonseilanden en Palau.
Cr
CrepusculairEen schemeractief dier of crepusculair dier is een dier dat in de schemering actief zijn, maar niet 's nachts. In feite zijn zelfs veel dieren die ...
Pl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Gr
GranivoorFr
FrugivoorEen frugivoor of fructivoor is een dier dat voornamelijk vruchten eet. Frugivoren komen veelvuldig voor in gematigde streken, maar aangezien de mee...
Bo
BoombewonendeTe
TerrestrischeAl
Altrische dierenNo
NomadischEi
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Ei
Eiland endemischCo
CongregatoirMo
Monogame dierenMonogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
So
Sociale dierenSa
SamenscholendeKo
KoloniaalEen kolonie is in de biologie een groep van organismen die tot dezelfde soort behoren en die bij elkaar wonen. Het dicht bij elkaar leven biedt ver...
Ge
Geen migrantN
begint metDe manenduif is een vrij grote duivensoort van zo'n 30–40 cm lang. Het verenkleed is voornamelijk groen, grijs en blauw van kleur met wat rood erdoorheen. Er zijn twee ondersoorten bekend van de manenduif. De C. nicobarica nicobarica is de meeste voorkomende ondersoort. De C. nicobarica pelewensis komt alleen voor op Palau, waar nog zo'n 1000 exemplaren van deze soort leven. Als gevolg van ontbossing en jacht op de veelkleurige vogel lopen hun aantallen terug. Het DNA van de manenduif komt sterk overeen met de inmiddels uitgestorven dodo. En is daarmee de meest naaste levende verwant van de dodo.
De manenduif komt in Azië voor op beboste eilanden van de Andamanen en Nicobaren in India, tot de eilanden in Indonesië en de Filipijnen. Buiten Azië komt de soort alleen voor op de Salomonseilanden en Palau.
De soort telt twee ondersoorten:
De manenduif scharrelt op de grond van bossen naar zijn voedsel dat bestaat uit zaden, bessen en insecten.
De broedkolonies van de manenduif kunnen uit wel duizenden exemplaren bestaan. Ze bouwen hun nesten in de bomen tot maximaal zo'n 12 meter hoog. De manenduif legt 1 ei, dat door beide ouders uitgebroed wordt. Dit duurt zo'n 30 dagen. Na zo'n 70 tot 80 dagen kan het jong voor zichzelf zorgen.