Na
NachtelijkVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Te
TerrestrischeHi
Hinderlaag roofdierPr
Precociale dierenLe
LevendbarendViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Po
PolygynandrieGi
GiftigSo
Solitaire dierenDo
Dominantie hiërarchieGe
Geen migrantAe
AestivatieEstivatie is bij dieren een zomerslaap, de tegenhanger van de winterslaap. Bij planten gaat het om de knopligging, de wijze van onderlinge plaatsin...
P
begint metDe lichaamslengte bedraagt 90 tot 120 centimeter, uitschieters kunnen tot ongeveer 185 cm lang worden. De huidskleur is geelbruin of grijs, met witte strepen over de rug. Sommige exemplaren hebben gele vlekken aan de bovenzijde. Het lichaam is erg plomp, de kop is breed en afgeplat en de snuit is sterk afgerond. Mannetjes hebben een aanmerkelijk langere staart dan vrouwtjes.
De kop is duidelijk te onderscheiden van het lichaam door de aanwezigheid van een insnoering. De ogen hebben een gemiddelde grootte en hebben een verticale pupil. De slang heeft 29 tot 41 rijen sterk gekielde schubben in de lengte op het midden van het lichaam en 124 tot 147 schubben aan de buikzijde. Onder de staart zijn 15 tot 39 staartschubben aanwezig.
De gewone pofadder komt voor in grote delen van de graslanden en savannes van Afrika en West-Arabië en leeft in de landen Zuid-Afrika, Swaziland, Namibië, Botswana, Zimbabwe, Mozambique, Malawi, Zambia, Angola, Tanzania, Burundi, Rwanda, Oeganda, Kenia, Congo-Kinshasa, Congo-Brazzaville, Gabon, Burkina Faso, Equatoriaal-Guinea, Kameroen, Centraal-Afrikaanse Republiek, Niger, Nigeria, Benin, Togo, Ghana, Ivoorkust, Sierra Leone, Eritrea, Ethiopië, Somalië, Guinea, Guinee-Bissau, Gambia, Senegal, Mauritanië, Westelijke Sahara, Mali, Soedan, Algerije, Marokko, Saoedi-Arabië en Oman. De habitat bestaat uit savannen, steppen, bossen en oases en ook in de buurt van menselijke bebouwing is de soort te vinden.
Deze terrestrische slangen jagen meestal in de avond en 's nachts. Grotere exemplaren kruipen traag in een rechte lijn. Meestal jagen ze vanuit een hinderlaag op kleine zoogdieren, maar ook vogels, reptielen zoals hagedissen en kikkers staan op het menu. Hierbij wordt een relatief grote hoeveelheid gif geïnjecteerd.
De gewone pofadder reageert agressief bij verstoring. Ter verdediging wordt onder een luid sissen het lichaam opgeblazen (vandaar zijn naam). Is zijn belager niet onder de indruk van dit vertoon, dan volgt een snelle uitval en een beet waarbij een levensgevaarlijke dosis gif vrijkomt, die de aanvaller mogelijk niet zal overleven. Het vergif van de slang is zeer sterk, en verschillende factoren verergeren de invloed van de slang op de mens, zoals zijn hemotoxische vergif, het grote verspreidingsgebied en een algemeen voorkomen, en ten slotte de grootte en bereidheid tot bijten. Hierdoor wordt de slang in Afrika beschouwd als een van de gevaarlijkste slangen.
De vrouwtjes zetten geen eieren af maar zijn eierlevendbarend, de jongen komen levend ter wereld. Een worp bestaat uit 20 tot 40, bij uitzondering zelfs 154 jongen. Ze zijn bij hun geboorte ongeveer 16 tot 20 centimeter lang.