Quetzal
De quetzal (Pharomachrus mocinno) is een vogel uit Midden-Amerika, die behoort tot de familie van de trogons. Het is de nationale vogel van het Midden-Amerikaanse land Guatemala.
Da
DagdierenPl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Fr
FrugivoorEen frugivoor of fructivoor is een dier dat voornamelijk vruchten eet. Frugivoren komen veelvuldig voor in gematigde streken, maar aangezien de mee...
Bo
BoombewonendeAl
Altrische dierenEi
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Te
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Mo
Monogame dierenMonogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
Ov
Over het algemeen solitaire dierenTr
Trekker op hoogteR
begint metLa
Langstaartige dierenLengte: kop-romp 35–40 cm, staart tot 100 cm. Gewicht: 200-225 g.
De quetzal is volgens velen de mooiste soort uit de familie van de trogons. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben een metaalglanzende groene kop, rug en vleugels, een helderrode borst en witte onderstaartveren. Bij de wijfjes zijn de kleuren overigens wel wat minder uitbundig dan bij de mannetjes en vaak is het metaalgroen vervangen door bruine veren. Bij mannetjes groeien in de paartijd vier staartdekveren uit tot erg lange, sierlijke groene slierten die buitenboord hangen als ze in het nesthol zitten. De poten van de quetzal zijn grijs en hebben vier tenen aan iedere voet. Twee tenen zijn naar voren, de andere twee zijn naar achteren gericht. De snavel van de quetzal is kort, maar wel erg sterk. Mannelijke vogels hebben een gele bek, wijfjes een zwarte.
Beboste gebieden van 1200 tot 3000 meter hoogte, zoals nevelwouden, vormen het leefgebied van de quetzals.
De soort telt twee ondersoorten:
Deze vogels houden zich vooral op in de boomkruinen. De mannelijke quetzal claimt iedere dag opnieuw zijn territorium met zijn kenmerkende roep, die vooral bij zonsopgang, midden op de morgen en bij zonsondergang te horen is.
De quetzal voedt zich voornamelijk met vruchten en dan vooral wilde avocado’s. Die worden geheel ingeslikt, waarna het vruchtvlees in de maag wordt verteerd. De grote pit wordt weer uitgespuugd, waardoor de quetzal bijdraagt aan de verspreiding van avocado-bomen. Quetzals eten daarnaast insecten, spinnen, kleine boomkikkers en gekko’s.
Het broedseizoen loopt van maart tot juni. De quetzal nestelt vaak in boomholten die door spechten verlaten zijn. Er worden twee tot vier lichtblauw gekleurde eieren gelegd, waarop de ouders om beurten broeden. De jongen komen na ongeveer achttien dagen uit het ei en worden door beide ouders opgevoed. Ze hebben nog niet de prachtige kleuren van hun ouders en de jongen worden voornamelijk gevoed met kleine insecten. Na een maand vliegen de kleine quetzals uit, hoewel ze een tijd nog vaak met hun ouders optrekken.