De grauwe baardvogel (Caloramphus hayii) is een Aziatische baardvogel. Deze soort is na 2013 op grond van DNA-onderzoek gesplitst in de bruine baardvogel (P. fuliginosus) die alleen op Borneo voorkomt en deze soort. De grauwe baardvogel komt voor op Malakka en Sumatra.
De bruine baardvogel is 17,5 cm lang. Hij is — net als de andere Aziatische baardvogels — vrij plomp van bouw. Verder wijkt de vogel sterk af van de baardvogels uit het geslacht Psilopogon. De vogel is bruin van boven en vuilgrijs van onder. De keel en de bovenkant van de borst zijn dof lichtbruin, geleidelijk overgaand in grijs. De poten zijn oranje gekleurd. Het vrouwtje heeft een hoornkleurige snavel het mannetje een zwarte snavel. De vogel gedraagt zich anders dan de andere Aziatische baardvogels; hij maakt niet het karakteristieke staccato-geluid, maar produceert fluittonen. Verder is de vogel niet zo sterk territoriaal maar komt voor in familiegroepjes.
De grauwe baardvogel komt voor op het schiereiland Malakka (inclusief Myanmar en het zuiden van Thailand) en Sumatra. Het is een algemene standvogel van regenwoud in heuvelland tot op een hoogte van 1000 m boven de zeespiegel, maar ook in aangetast, secundair bos en plantages, maar komt dan voor in lagere dichtheden.
De grauwe baardvogel heeft een groot verspreidingsgebied en daardoor alleen al is de kans op uitsterven uiterst gering. De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd. De vogel gaat door ontbossing in aantal achteruit. Echter, het tempo ligt onder de 30% in tien jaar (minder dan 3,5% per jaar). Om deze redenen staat deze soort als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.