Honingbeer
De Maleise beer of honingbeer (Helarctos malayanus) is een beer uit Zuidoost-Azië. In Maleisië wordt hij biroeang of broeang genoemd.
Da
DagdierenNa
NachtelijkAl
Allesetende dierenEen omnivoor of alleseter is een dier dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel kan eten om te overleven.Een overwegend carnivoor dier dat ten min...
Te
TerrestrischeAl
Altrische dierenZo
ZoochorySc
ScansoriaalLe
LevendbarendViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Bo
BoombewonendeSo
Solitaire dierenGe
Geen migrantS
begint metOpvallend aan deze overwegend zwarte (soms grijs of roestkleurig) beer is de heldere witte of gele, halvemaanvormige vlek op de borst. De korte snuit heeft ook een heldere kleur, meestal geel of oranjeachtig. Deze gelaatskleur strekt zich meestal tot boven de ogen uit. De oren zijn klein en rond. Karakteristiek zijn verder de grote gebogen klauwen en de onbehaarde voetzolen.
Een volwassen dier kan een lichaamslengte van 120 tot 150 cm bereiken en een gewicht van tussen de 30 en 60 kg. Daarmee is de Maleise beer een van de kleinste vertegenwoordigers van de berenfamilie (Ursidae).
De Maleise beer leeft in de tropische regenwouden van Zuidoost-Azië, van Birma, Yunnan (China) en India via Thailand, Laos, Cambodja en Vietnam tot Maleisië, Kalimantan en Sumatra (Indonesië). De soort komt er voor tot een hoogte van 3.000 meter.
Maleise beren zijn omnivoren. Hun menu bestaat onder andere uit kleine zoogdieren, vogels, insectenlarven, termieten, eieren, vruchten, jonge scheuten, andere plantenkost en honing, vandaar de naam.
Het zijn goede klimmers die een groot deel van de dag rustend in de boom doorbrengen. In tegenstelling tot de meeste andere beren is de Maleise beer vooral 's nachts actief. De scherpe klauwen komen bij het klimmen goed van pas. De dieren leven solitair, de jongen blijven 1 tot 2 jaar bij de moeder. Een nest bevat meestal niet meer dan drie jongen.