Anaconda

Anaconda

Anaconda, Reuzenanaconda, Gewone anaconda, Groene anaconda, Waterboa

Koninkrijk
Fylum
Onderstam
Klasse
Volgorde
Onderorde
Familie
Onderfamilie
Soort
SOORTEN
Eunectes murinus
Grootte van de populatie
Unknown
Levensduur
10-30 years
Top snelheid
16
10
km/hmph
km/h mph 
Gewicht
30-70
66-154
kglbs
kg lbs 
Lengte
3-4.6
9.8-15.1
mft
m ft 

De anaconda (Eunectes murinus), ook wel reuzenanaconda, gewone anaconda, groene anaconda of waterboa, is een slang uit de familie reuzenslangen (Boidae).

Laat meer zien

De anaconda heeft een groene tot bruine kleur en grote, ronde, donkere vlekken over het gehele lichaam. De slang is een bewoner van vochtige regenwouden in noordelijk Zuid-Amerika. Het is een waterminnende soort; vooral de oudere exemplaren bewegen zich voornamelijk zwemmend voort. De habitat bestaat uit de oevers van grote rivieren en rivierarmen en de soort heeft een duidelijke voorkeur voor moerassen. De slang komt in delen van het verspreidingsgebied nog algemeen voor.

Het voedsel bestaat uit allerlei dieren zoals zoogdieren, vogels en andere reptielen. De anaconda kan grote prooidieren aan zoals herten en krokodilachtigen. Volwassen exemplaren hebben geen natuurlijke vijanden meer. De soort wordt bedreigd door de mens: de huid en het vlees van de slang zijn veel geld waard.

De anaconda is de zwaarste slang ter wereld. Twee soorten pythons kunnen nog langer worden, maar ze worden nooit zo zwaar. De anaconda is levendbarend; als de jongen ter wereld komen, zijn ze al 70 centimeter tot een meter lang.

Laat minder zien

Uiterlijk

De anaconda heeft een bruingroene basiskleur met grote, ronde, zwarte vlekken. De vlekken aan de rugzijde van het lichaam zijn geheel donker, maar op de flanken hebben de vlekken in het midden vaak een gele kleur, zoals aan de buikzijde. De buikzijde is lichter tot witgeel van kleur en heeft vele donkere vlekjes die veel kleiner zijn dan de dorsale vlekken. Door het vlekkenpatroon heeft de anaconda een goede camouflage in het water maar ook als het dier op de oever ligt te zonnen. De Tsjechische herpetoloog Zdeněk Vogel omschreef een groot exemplaar eens als een bruingroene modderhoop met zwarte vlekken.

Laat meer zien

De slang heeft een grote driehoekige kop die altijd een geprononceerde zwarte streep heeft aan de zijkant; van de achterzijde van het oog naar de achterzijde van de bek. De bek is zeer breed. De schubben aan de lip bevatten geen groeven met warmtereceptoren zoals die bij andere reuzenslangen voorkomen. De ogen zijn relatief klein en oranjebruin van kleur en hebben een verticale pupil. Om net zoals veel krokodilachtigen boven water te kunnen zien en ademen, terwijl de rest van het lichaam onder water kan worden gehouden, zijn de ogen duidelijk meer aan de bovenzijde van de kop gepositioneerd in vergelijking met andere slangen en zijn de neusgaten aan de top van de snuitpunt gelegen. Hierdoor kan het reptiel ongezien zijn prooi besluipen en een verrassingsaanval uitvoeren.

De gemiddelde lengte van de anaconda is 3 tot 6 meter. De soort kent een sterke seksuele dimorfie waarbij het vrouwtje twee keer zo groot wordt als het mannetje; de mannetjes bereiken een lichaamslengte van ongeveer 3 meter, maar de vrouwtjes worden gemiddeld 5 tot 6 meter lang. Het lichaamsgewicht van mannetjes is aanzienlijk lager dan dat van vrouwtjes van eenzelfde leeftijd. Omdat slangen, net als andere reptielen, hun gehele leven blijven doorgroeien, is er naast de dimorfie ook een groot verschil tussen de gemiddelde lichaamslengte en de maximale lichaamslengte. De grootste exemplaren worden echter nooit langer dan 8 meter.

Omdat de slang veel dikker wordt dan de netpython, een van de langste slangen ter wereld met lengtes tot boven de 9 meter, is de anaconda zonder meer de zwaarste slang ter wereld; een volwassen anaconda van 6 meter kan ongeveer 200 kilo zwaar worden, maar langere exemplaren kunnen nog veel zwaarder worden. De omtrek van een groot vrouwtje kan meer dan 100 centimeter bedragen. Over de afmetingen van de anaconda zijn veel fabels bekend, zie ook de sectie "In de cultuur". De enige slang die de anaconda benadert met dergelijke afmetingen en gewicht is de Centraal-Afrikaanse rotspython (Python sebae) die ook zeer groot kan worden en door het forser gebouwde lichaam ook veel zwaarder wordt dan een slang van een gelijkende lengte.

Het gehele lichaam is voorzien van gladde, niet gekielde schubben, uitgezonderd de cloaca. De dorsale schubben zijn gegroepeerd in vele naast elkaar gelegen schubbenrijen in de lengterichting; de ventrale schubben bestaan, net als bij andere slangen, uit een enkele rij zeer brede buikschubben. De cloaca heeft twee zogenaamde 'sporen': restanten van de achterpoten die gebruikt worden tijdens de paring. De cloaca dient zowel als geslachts- als uitscheidingsorgaan en markeert tevens het einde van het lichaam en het begin van de staart. De staart heeft schubbenrijen aan zowel de boven- als onderzijde.

Van de andere soorten uit het geslacht Eunectes heeft de dwerganaconda (Eunectes notaeus) een gele basiskleur en blijft veel kleiner. Eunectes deschauenseei komt voor in Noordoost-Brazilië en Frans-Guyana. Eunectes beniensis, ten slotte, is endemisch in Bolivia.

Laat minder zien

Video

Verdeling

Geografie

Over de precieze verspreiding is wat discussie, onder andere over het voorkomen in Suriname. De Reptile Database, veel gebruikt als bron voor de verspreiding van reptielen, vermeldt Suriname niet als deel van het verspreidingsgebied, terwijl de anaconda daar zowel in 2002 als 2003 is aangetroffen als wijdverspreide bewoner van de rivierdelta's aan de kust. Van de exemplaren uit Suriname is bekend dat ze langs de kust in de zee kunnen worden aangetroffen, wat duidt op een zekere tolerantie voor zout water. Verder is er een beschrijving bekend van een exemplaar uit Argentinië, maar algemeen wordt aangenomen dat de anaconda daar niet voorkomt.

Laat meer zien

/a>, Ecuador, Frans-Guyana, Guyana, Peru, Suriname en Trinidad en Tobago.

Over de precieze verspreiding is wat discussie, onder andere over het voorkomen in Suriname. De Reptile Database, veel gebruikt als bron voor de verspreiding van reptielen, vermeldt Suriname niet als deel van het verspreidingsgebied, terwijl de anaconda daar zowel in 2002 als 2003 is aangetroffen als wijdverspreide bewoner van de rivierdelta's aan de kust. Van de exemplaren uit Suriname is bekend dat ze langs de kust in de zee kunnen worden aangetroffen, wat duidt op een zekere tolerantie voor zout water. Verder is er een beschrijving bekend van een exemplaar uit Argentinië, maar algemeen wordt aangenomen dat de anaconda daar niet voorkomt.

Het verspreidingsgebied kan ook beschreven worden als het geheel van de riviersystemen waarin de slang is aangetroffen. De anaconda komt voornamelijk voor in het stroomgebied van de rivieren de Amazone en de Orinoco, maar ook in veel rivieren die hierin uitmonden. In Bolivia is de anaconda voornamelijk te vinden langs de rivieren die noordwaarts stromen en uitmonden in de Amazone. In het rivierenrijke Brazilië is de anaconda vrijwel in alle deelgebieden van het land aan te treffen. In Colombia komt de soort voor in de rivieren die naar de Amazone leiden en hij komt niet voor in het noordwesten van het land. In Ecuador is de anaconda alleen bekend in de omgeving van de rivieren Napo en Tiputini, in het oostelijke deel van het land ten oosten van de Andes. In Trinidad en Tobago komt de anaconda alleen voor op Trinidad en alleen in laaggelegen, moerassige delen. In Guyana is de anaconda aangetroffen bij de rivieren Essequibo en Takatu.

Habitat

Het deel van Zuid-Amerika waar de anaconda leeft, wordt het neotropisch gebied genoemd. De habitat van de slang bestaat uit vochtige, tropische loofbossen, maar alleen in de zeer vochtige delen van het bos in de nabijheid van water. Ook moerassen zijn een geschikt habitat en zelfs graslanden – mits deze een groot deel van het jaar onder water staan. De anaconda leeft altijd in de buurt van water; grotere exemplaren van meer dan enkele meters lang zijn simpelweg te zwaar om zich nog over grotere afstanden op het land te verplaatsen. Hierdoor is de slang alleen in laaggelegen gebieden te vinden en nooit in hogere delen zoals bergbossen. De slang wordt soms aangetroffen in de nabijheid van menselijke bewoning; bekend is dat de anaconda op pluimvee jaagt.

Laat minder zien
Anaconda leefomgevingskaart

Klimaatzones

Anaconda leefomgevingskaart
Anaconda
Attribution-ShareAlike License

Dieet en voeding

De anaconda is een carnivoor die jaagt op andere dieren. De jongere slangen hebben door hun geringe lichaamslengte kleinere prooien op het menu staan dan de volwassen exemplaren. Ze leven van kleinere gewervelden zoals vogels, vissen en kikkers; van de boomkikker Cruziohyla craspedopus is bekend dat deze op het menu staat van de anaconda.

Laat meer zien

Volwassen anaconda's eten grotere prooien en ondanks het feit dat oudere exemplaren in het water leven, bepalen vissen slechts een klein deel van het menu. De anaconda leeft voornamelijk van vogels zoals watervogels, reptielen als schildpadden, andere slangen en krokodilachtigen en met name van zoogdieren die langs het water leven. Onder andere van de capibara (Hydrochaeris hydrochaeris) en de laaglandtapir (Tapirus terrestris) is beschreven dat ze worden gegeten. Ook pekari's en kleine herten staan op het menu van de slang.

Van oudere vrouwelijke anaconda's is bekend dat ze niet terugdeinzen om de kleinere mannetjes op te eten. Er zijn verschillende waarnemingen bekend waarbij een zojuist bevrucht vrouwtje het mannetje verslindt. Deze vorm van kannibalisme komt ook voor bij andere dieren; bij bidsprinkhanen bijvoorbeeld dient het mannetje na de paring als voedsel voor het vrouwtje, voor de groei van de embryo's. Ook bij anaconda's dient dit gedrag waarschijnlijk om een voedselreserve aan te leggen, dat ten goede komt aan de ontwikkeling van de embryo's tot kleine slangen die direct zelfstandig kunnen leven. Er is zelfs een theorie dat vrouwtjes die op zoek zijn naar een maaltje de geurstoffen van andere vrouwtjes volgen om zo mannetjes te verschalken. Vrouwtjes die mannetjes zoeken om mee te paren gebruiken hiervoor lokstoffen die de mannetjes aantrekken.

Als het prooidier dood is moet deze in één keer worden doorgeslikt aangezien de slang een prooi niet in stukken kan scheuren. De anaconda moet hiertoe de kopzijde bepalen en deze als eerste inslikken. Prooidieren hebben meestal haren, stekels of veren en komen vast te zitten in de keel als ze tegen de richting van de bevedering of beharing in worden doorgeslikt, waarbij de slang de prooi weer moet uitbraken. Na een grote maaltijd kan een anaconda maandenlang zonder eten. De slang zal regelmatig een zonnebad nemen na het verschalken van een dergelijke prooi; door de zonnewarmte stijgt de lichaamstemperatuur, wat de spijsvertering aanzienlijk bevordert.

Laat minder zien

Paringsgewoonten

PARINGSGEDRAG

In de droge tijd zoeken de mannetjes de vrouwtjes op voor de voortplanting. De vrouwtjes lokken de mannetjes met geurstoffen die vaak meerdere mannetjes aantrekken. Bij vrijwel alle andere reptielen breekt een hevig gevecht uit als meerdere mannetjes elkaar tegenkomen maar mannelijke anaconda's negeren elkaar echter volledig en kunnen een vrouwtje geheel bedekken doordat vele mannetjes zich om haar heen kronkelen. Het geheel wordt een paringsbal genoemd; er zijn weleens 12 mannetjes omstrengeld rond een enkel vrouwtje aangetroffen.

Laat meer zien

De zwangere vrouwtjes zonnebaden vaak om zo de lichaamstemperatuur te verhogen en de ontwikkeling van de embryo's te versnellen. De anaconda is levendbarend wat betekent dat de jongen levend ter wereld komen en er geen eieren worden afgezet. De draagtijd is lang en kan zes tot ruim negen maanden bedragen. Veel levendbarende reptielen brengen een klein aantal nakomelingen voort, maar de anaconda is hierop een uitzondering. De slang kan per keer 20 tot 30 jongen baren maar dit kan oplopen tot 80. Het aantal nakomelingen is afhankelijk van de grootte van het vrouwtje en haar voedselreserves.

Als de jongen ter wereld komen zijn ze direct in staat om voor zichzelf te zorgen. De pasgeborenen hebben een lichaamslengte van 60 centimeter tot bijna een meter. De anaconda kent geen broedzorg en de juvenielen gaan zodra ze ter wereld komen hun eigen gang. De jonge anaconda's groeien snel, vooral de mannetjes. Mannetjes worden al na twee tot drie jaar volwassen, bij de vrouwtjes duurt dit vier tot vijf jaar. Zodra de volwassenheid wordt bereikt groeit de slang steeds langzamer. De anaconda heeft een levensverwachting van ongeveer 20 jaar in het wild. Van in gevangenschap gehouden exemplaren is bekend dat een leeftijd tot 29 jaar kan worden bereikt.

Laat minder zien

Populatie

Coloring Pages

Referenties

1. Anaconda artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Anaconda_(slang)

Meer fascinerende dieren om over te leren