De bruinkeelhoningzuiger (Anthreptes malacensis) is een soort honingzuiger.
Da
DagdierenPl
Plantenetende dierenEen herbivoor, fytofaag of planteneter is een organisme dat zich uitsluitend met plantaardig voedsel voedt. Dit in tegenstelling tot carnivoren, di...
Ne
NectarivoorIn de zoölogie is een nectarivoor een dier dat zijn energie- en voedingsbehoeften ontleent aan een dieet dat voornamelijk of uitsluitend bestaat u...
Bo
BoombewonendeTo
TorporaalTorpor is een toestand van verminderde fysiologische activiteit die wordt waargenomen bij enkele kleine zoogdieren en vogels. Het wordt over het al...
Zo
ZoochoryGl
Glijdende dierenBe
BestuiverTe
TerrestrischeTe
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Oviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Mo
Monogame dierenMonogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
So
Sociale dierenGe
Geen migrantB
begint metDe bruinkeelhoningzuiger is een relatief grote honingzuiger, met een forse snavel. Hij is 14 centimeter lang en weegt 7,4 tot 13,5 gram.Net als bij de meeste honingzuigers is het mannetje kleurrijker dan het vrouwtje. Het mannetje is iriserend groen en paars van boven, kastanjebruin op de vleugeldekveren en de schouderveren. De keel is lichtbruin en de buik is voornamelijk geel. Het vrouwtje is olijfgroen boven en geel van onder.
De soort telt 16 ondersoorten:
Hij komt voor in een groot aantal laaglandbiotopen (onder de 900 m boven de zeespiegel) zoals halfopen bosland met ondergroei en struikgewas en mangrovebossen aan de kust, kokosplantages en tuinen in Zuidoost-Azië van Birma tot de Kleine Soenda-eilanden en het westen van de Filipijnen.
Zoals andere honingzuigers voeden ze zich hoofdzakelijk op nectar, hoewel ze ook op insecten foerageren, vooral als ze jongen hebben. Ze hebben een snelle, directe vlucht en zij kunnen net als een kolibrie in de lucht op één plek blijven fladderen om nectar uit een bloem te halen; meestal strijken ze onder aan de bloem neer om bij de nectar de komen.
De bruinkeelhoningzuiger heeft een groot verspreidingsgebied en daardoor alleen al is de kans op uitsterven uiterst gering. De grootte van de populatie is niet gekwantificeerd, maar er is geen aanleiding te veronderstellen dat de soort in aantal achteruit gaat. Om die redenen staat deze honingzuiger als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.