Grijze reuzenkangoeroe

Grijze reuzenkangoeroe

Oostelijke grijze reuzenkangoeroe

Koninkrijk
Fylum
Onderstam
Klasse
Infraklasse
Volgorde
Familie
Soort
SOORTEN
Macropus giganteus
Grootte van de populatie
16,057,783
Levensduur
7-20 years
Top snelheid
64
40
km/hmph
km/h mph 
Gewicht
17-66
37.4-145.2
kglbs
kg lbs 
Lengte
96-230
37.8-90.6
cminch
cm inch 

De grijze reuzenkangoeroe of oostelijke grijze reuzenkangoeroe (Macropus giganteus) is een forse soort kangoeroe, waarvan de vrouwtjes en mannetjes flink verschillen in grootte en gewicht. Bij vrouwtjes is de lengte van kop en romp samen ongeveer 1,85 m en de staart omstreeks 85 cm, bij een gewicht van rond 42 kg. Bij de mannetjes kan de kop-romplengte maximaal zo'n 2,30 m bereiken, terwijl de staart ongeveer 1,10 m lang kan zijn, bij een gewicht tot 85 kg. De vacht is grijsbruin aan de rugkant, bleker aan de buikzijde en op de poten. De oren zijn lang, donkerbruin van buiten, lichtgrijs van binnen met een witachtige franje. Het laatste derde deel van de staart is zwartachtig. De snuit is fijnbehaard. Het dier is vooral actief tijdens de nacht en de schemering en rust overdag in de schaduw van dichte vegetatie. Het is een vegetariër die vooral een verscheidenheid aan grassoorten eet, hoewel ook kruidachtige planten, zaailingen van bomen en struiken, varens en zaden op het menu staan. Vooral tijdens het foerageren bewegen de dieren in soms grote groepen. Net als bij andere buideldieren wordt een klein, onderontwikkeld, kaal jong geboren dat naar de buidel van de moeder kruipt en zich daar verder ontwikkelt. De soort komt in het wild uitsluitend voor in oostelijk Australië. De oostelijke en de westelijke grijze reuzenkangoeroe (Macropus fuliginosus) vormen samen het geslacht Macropus. Ondanks de soortaanduiding giganteus is de grijze reuzenkangoeroe niet de grootste soort kangoeroe. Dat is - met een klein verschil - de rode reuzenkangoeroe (Osphranter rufus).

Uiterlijk

De oostelijke grijze reuzenkangoeroe is een grote kangoeroe met een zachte, relatief uniforme licht- tot donkergrijze vacht die aan de buikkant bleker is en een vage donkere streep heeft over de ruggenwervels. Dieren uit het noorden van Queensland hebben een korte vacht, terwijl die uit de zuidelijke hooglanden en Tasmanië een langere, dichtere en wollige vacht hebben. Mannetjes worden groter dan vrouwtjes en op rijpere leeftijd worden de kop, borst en voorpoten relatief nog groter en sterker. Mannetjes wegen tot bijna 90 kg terwijl vrouwtjes niet veel zwaarder zijn dan 40 kg. De iris is donkerbruin en de wimper is lang en donkerbruin tot zwart van kleur. De snorharen zijn goed ontwikkeld en donkerbruin tot zwart van kleur. De huid van de oren is donker gepigmenteerd, het haar aan de buitenkant heeft dezelfde kleur of iets donkerder dan dat op de rug, terwijl de beharing aan de binnenkant van het oor dun en wit van kleur is. De vingers, tenen en het achterste derde deel van de staart zijn meestal roetachtig gekleurd. De huid van de oostelijke grijze reuzenkangoeroe bestaat bijna volledig uit een papillaire laag, terwijl de reticulaire laag bijna afwezig is. Vrouwtjes van de oostelijke grijze reuzenkangoeroe hebben vier gescheiden melkklieren met individuele tepels die zich op de buikwand bevinden in de buidel. Bij jonge dieren ontwikkelt elk van de vier tepels zich in een instulping van de huid en komt naar buiten als het dier geslachtsrijp wordt op een leeftijd van 14 tot 18 maanden. In tegenstelling tot melk van placentadieren, heeft de melk van buideldieren een hoog eiwit-, vet-, ijzer- en kopergehalte, een laag lactosegehalte, en vergelijkbare hoeveelheden vitamines. De samenstelling van de melk van elke zoogklier veranderde tijdens de melkgift. Aan het eind van de melkgift is de concentratie vet gestegen tot ongeveer 17%, en de hoeveelheid lactose gedaald tot ongeveer 4%, terwijl het eiwitgehalte relatief constant is met 7 tot 8%. Oostelijke grijze kangoeroes zijn grote grazers, die de voorkeur geven aan habitats met een mix van bos en gras. De gemiddelde levensverwachting van dieren in het wild als ze eenmaal zelfstandig zijn, is acht tot tien jaar, maar ongeveer de helft van de jongen sterft voordat ze zelfstandigheid bereiken. Er wordt geschat dat deze soort in het wild maximaal ongeveer twintig jaar oud kan worden en een exemplaar in een dierentuin werd vijfentwintig jaar oud.

Laat meer zien

Net als bij andere kangoeroes, is het gebit van de oostelijke grijze reuzenkangoeroe afgeleid van dat van dwergbuidelmuizen en koeskoezen, maar met slechts een paar voortanden in de onderkaak in plaats van twee, gevolgd door een duidelijke tandloze ruimte en vervolgens robuuste kiezen. De tandformule van de volwassen oostelijke grijze reuzenkangoeroe is 3.0.2.41.0.2.4 × 2 = 32, dat wil zeggen drie snijtanden, geen hoektanden, twee valse kiezen en vier ware kiezen in elke helft van de bovenkaak, en een snijtand, geen hoektanden, twee valse kiezen en vier ware kiezen in elke helft van de onderkaak. Dit is gelijk aan de tandformule van de andere kangoeroesoorten. Het enige paar onderste snijtanden staat recht naar voren gericht en niet naar boven, een gemeenschappelijk kenmerk van de klimbuideldieren. Eerst verschijnen twee melkkiezen, gevolgd door de voorste volwassen kies. Naarmate de kangoeroe ouder wordt, blijven kiezen doorkomen totdat het volledige aantal van vier (soms vijf) is bereikt. De twee melkkiezen vallen uiteindelijk ongeveer tegelijkertijd uit en worden vervangen door een valse kies, terwijl de hele rij kiezen daarachter naar voren schuift over de kaakrand. Het skelet van de oostelijke grijze reuzenkangoeroe vertoont een aantal gemeenschappelijke kenmerken met de meeste andere buideldieren, waaronder een onvolledige voorste atlasboog, negentien wervels in de romp, borstwervels met goed ontwikkelde dwarsuitsteeksels die secundaire gewrichtsvlakken vormen voor de ribben, prominente uitsteeksels die het grootst zijn in de lendenwervels, een heiligbeenwervel, een extra reeks bogen aan de onderkant van de staartwervels waar bloedvaten doorheen lopen, een venster in het opperarmbeen en een paar buidelbeenderen die scharnieren met het schaambeen. De voorpoten hebben elk vijf lange flexibele vingers, elk met een lange, gebogen en puntige donkere nagel die wordt gebruikt bij het verzorgen of krabben en ter verdediging. De voorpoten kunnen worden gebruikt om aan planten naar de bek te trekken of om voedsel vast te houden dat eerst met de mond is opgepakt. Aan de achterpoten is de grote teen is afwezig. De tweede en derde teen zijn met elkaar vergroeid maar hebben wel afzonderlijke klauwen en worden gebruikt bij de huidverzorging. De vierde teen is erg groot en heeft een zware klauw, terwijl de vijfde teen kleiner maar vergelijkbaar is met de vierde.

Laat minder zien

Video

Grijze reuzenkangoeroe leefomgevingskaart
Grijze reuzenkangoeroe
Attribution-ShareAlike License

Gewoonten en leefwijze

Ze leven in gemengde groepen van verschillende groottes, mobs genoemd. Aangenomen wordt dat mannetjes zich tussen de leeftijd van drie en vijf jaar van hun geboortegrond verspreiden. Losse groepen worden gevormd op basis van een sterke neiging van kangoeroes om niet alleen te zijn, en veranderen voortdurend doordat allerlei individuen zich bij de groep voegen en anderen weer vertrekken. Grote groepen worden gevormd door de samensmelting van kleinere familie-eenheden, bestaande uit vrouwtjes en hun jongen van het voorgaande jaar, en de voorbijgaande associatie tussen mannetjes en een paringsbereid vrouwtje. Volwassen mannetjes en juvenielen zijn onregelmatig verdeeld over groepen. Kakelende geluiden worden gebruikt in de communicatie tussen moeder en jong, en tussen vrouwtjes die paringsbereid zijn en mannetjes. Een luid hoestachtig geluid wordt door beide geslachten gebruikt als ze gealarmeerd zijn, en door agressieve mannen. Een agressief mannetje kan een luid gegrom maken.

Laat meer zien

Oostelijke grijze reuzenkangoeroes zijn wijd en continu verspreid over zones met hogere regenval tussen de droge vlaktes in het binnenland en de oostkust van Australië, en bewonen de semi-aride gebieden met struiken, en droge bossen. In het zuiden van Queensland komen de kangoeroes alleen voor in graslanden waar allerlei verschillende plantensoorten worden gegeten. In het droge zuidwesten van Queensland eten oostelijke grijze reuzenkangoeroes en schapen echter verschillende plantensoorten, ondanks de kleinere keuze tijdens droogte. De kangoeroes geven de voorkeur aan eenzaadlobbigen, die een lager eiwitgehalte hebben dan het voedsel dat de schapen eten. In laagland aan de kust in het zuidoosten van Queensland bewogen kangoeroes zich actief en graasden alleen in habitats met open kreupelhout. Oostelijke grijze kangoeroes hebben weinig natuurlijke vijanden. Ze worden al duizenden jaren bejaagd door Australische aboriginals voor hun vacht en vlees en later ook door Europese kolonisten. Afgezien van de mens jagen alleen dingo's echt op deze soort kangoeroe, maar er wordt aangenomen dat ze een minimaal effect hebben op de populatiegrootte.

Laat minder zien

Paringsgewoonten

PARINGSGEDRAG

Grijze reuzenkangoeroes kunnen zich het hele jaar door voortplanten, maar de meeste paringen komen voor in de zomer. De jongen zijn in dat geval voldoende ontwikkeld om de buidel de volgende lente te verlaten, de gunstigste tijd van het jaar. Mannetjes tonen interesse in vrouwtjes die het paarseizoen naderen en blijven enkele dagen bij hen in de buurt voordat ze paren. Mannetjes snuffelen gewoonlijk aan de geslachtsopening van het vrouwtje en de ingang van de buidel, maken kakelende geluiden, klauwen aan het hoofd en grijpen naar de staart, en proberen te bestijgen voordat uiteindelijk een succesvolle paring plaatsvindt. De copulatie duurt vaak wel vijftig minuten. Een groot volume sperma vult de beide vagina-armen van de vrouwtjes. Na de paring blokkeert een prop gestold sperma met bloed de geslachtsopening gedurende enkele minuten tot enkele dagen. Hiermee zou een succesvolle paring door een ander mannetje worden voorkomen. De draagtijd is ongeveer 36 dagen. Kort voor het paren en voor de geboorte zwellen de tepels op en kan helder vocht door de geslachtsopening worden afgegeven. Het vrouwtje likt actief de buidel schoon. Bij de bevalling neemt het vrouwtje een gehurkte houding aan, met de staart naar voren gestoken met de tenen in de lucht en het gewicht op de hielen, waardoor de geboorteopening dichter bij de opening van de buidel komt. De pasgeborene klimt zonder hulp over de vacht en bereikt de buidel binnen enkele minuten. Kort daarna hecht hij zich aan een ongebruikte tepel. Soms worden tweelingen geboren, maar meestal is er maar één jong, met een gewicht van ruim 0,8 g. Als een vrouwtje nog zorgt voor een jong dat de buidel al heeft verlaten, is de tijd tussen opvolgende jongen ongeveer een jaar.

Populatie

Coloring Pages

Referenties

1. Grijze reuzenkangoeroe artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Grijze_reuzenkangoeroe
2. Grijze reuzenkangoeroe op de IUCN Rode Lijst-site - http://www.iucnredlist.org/details/41513/0

Meer fascinerende dieren om over te leren