Euraziatische lynx
Koninkrijk
Fylum
Onderstam
Klasse
Volgorde
Onderorde
Familie
Soort
SOORTEN
Lynx lynx
Grootte van de populatie
70-80 Thou
Levensduur
13-25 years
Top snelheid
80
50
km/hmph
km/h mph 
Gewicht
8-30
17.6-66
kglbs
kg lbs 
Hoogte
60-75
23.6-29.5
cminch
cm inch 
Lengte
80-130
31.5-51.2
cminch
cm inch 

De Euraziatische lynx of los (Lynx lynx) is een katachtig roofdier ter grootte van een herdershond. De wetenschappelijke naam van de soort werd als Felis lynx in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus in Systema naturae. De Euraziatische lynx komt met name voor in de boreale zone van Noord-Europa en de Russische Federatie, met geïsoleerde populaties in Centraal-Europa. In verschillende landen in Centraal-Europa zijn herintroductieprogramma's opgezet om de situatie van de Euraziatische lynx te stabiliseren of om de soort verder te laten verspreiden. De Euraziatische lynx is verwant aan de op het Iberisch Schiereiland levende pardellynx (Lynx pardinus).

Uiterlijk

De lynx heeft karakteristieke bakkebaarden, gepluimde oren en een kort staartje. Hij staat hoog op de poten. De vacht van de lynx is in de zomer geelbruin. 's Winters is de vacht bleker en dikker. Verspreid over zijn lichaam liggen enkele kleine, bleke vlekken. Vooral de ledematen zijn duidelijk gevlekt. De staart is kort met een zwart puntje.

Laat meer zien

Lynxen zijn goed tegen kou bestand, dankzij de dichte vacht en de haarkussens aan hun voeten. De gepluimde oorschelpen zijn uiterst nuttig voor het opvangen van zelfs de zwakste geluiden.

De kop-romplengte ligt bij een volwassen lynx tussen de 80 en 130 cm, de schofthoogte tussen de 60 en de 75 cm, gemiddeld 65 cm. Het staartje wordt 11 tot 25 centimeter lang. Lynxen wegen 18 tot 25, soms tot 38 kg.

Laat minder zien

Video

Verdeling

Geografie

De volgende ondersoorten zijn beschreven, maar moeten verder onderzocht worden om hun status als ondersoort te bevestigen:

Laat meer zien

navië, Wit-Rusland, Europees Rusland en de Oeral, oostwaarts tot de Jenisej

  • Karpatenlynx (Lynx lynx carpathicus) – Komt voor in het Karpatengebergte
  • Balkanlynx (Lynx lynx balcanicus) – Is met een geschat tussen de 19 en 36 volwassen individuen in kritiek gevaar en komt alleen voor in Noord-Macedonië en het aangrenzende deel van Albanië
  • Kaukasische lynx (Lynx lynx dinniki) – Komt voor in de Kaukasus en aangrenzende delen van Zuidwest-Azië
  • Turkestaanse lynx (Lynx lynx isabellinus) – Komt voor in Centraal-Azië
  • Siberische lynx (Lynx lynx wrangeli) – Komt voor in Siberië ten oosten van de Jenisej
  • De volgende ondersoorten zijn beschreven, maar moeten verder onderzocht worden om hun status als ondersoort te bevestigen:

    • (Lynx lynx wardi) – Komt voor in het Altajgebergte
    • (Lynx lynx kozlovi) – Komt voor tussen de Jenisej en het Baikalmeer
    • (Lynx lynx stroganovi) – Komt voor in het Russische Verre Oosten en aangrenzende delen van China en Noord-Korea

    De lynx kwam voorheen voor in grote delen van Europa, van Centraal-Frankrijk en de Pyreneeën tot de Balkan. Het dier is echter in Europa in veel streken uitgeroeid omdat hij schade zou aanrichten aan de wildstand en het vee.

    Daar waar hij nog aangetroffen wordt, is het een beschermd dier. Op sommige plaatsen neemt zijn aantal zelfs weer toe, zoals nu in delen van Europa. Vanaf 1970 werd de soort geherintroduceerd in de Alpen van Frankrijk en Zwitserland (1971), de Jura, de Vogezen en de Harz (2000). In Oost-Europa zijn ze nooit uitgeroeid geweest. In 1960 was de soort verdwenen uit West-Europa, maar nu zijn ze in de meeste landen weer aanwezig. In 2012 dook de lynx na meer dan een eeuw weer op in Hongarije, waarschijnlijk vanuit Slowakije.

    In Duitsland zijn er populaties in:

    • Rijnland-Palts in het Pfälzer Wald, in het Frans-Duitse grensgebied, komende uit de Franse Vogezen-populatie.
    • Noordrijn-Westfalen; het Nationaal Park Eifel, aansluitend op de Pfalz en op het Luxemburg en België en in Düren, niet ver van de Nederlandse grens.
    • Beieren; Er wordt gesproken over ongeveer 100 dieren in het grensgebied van Duitsland, Oostenrijk en Tsjechië. Afkomstig van een herintroductie in 1979.
    • Hessen; sinds 1999 in Werra-Meißner-Kreis, Hanau, Spessart, Vogelsberg. Dit zijn de meest noordwestelijke dieren van de Boheems-Beierse populatie.
    • Nedersaksen; in het Nationaal Park Harz in Duitsland is de lynx geherintroduceerd tussen 2000 en 2005. Er zijn 19 dieren uitgezet. De hele Harz is nu bezet en de dieren verspreiden zich verder in een tempo van ongeveer 10 km per jaar. Inmiddels hebben enige dieren zich gevestigd in het oostelijke deel van het Wezerbergland.
    • Baden-Württemberg; Zwarte Woud, Neckar-Odenwald-Kreis enkele dieren. Ze kunnen uit verscheidene gebieden komen: uit de Jura, de Vogezen of uit Bohemen/Beieren.

    Nederland

    De lynx kwam in ieder geval nog tot diep in de middeleeuwen in Nederland voor. Uit de administratie van de toenmalige 'edele' slagers, die hun vlees van de edele jachthouding afnamen, blijkt dat de aanlevering van lynxen met enige regelmaat plaatsvond. Ook is er een schedel met onderkaak gevonden bij een Romeinse nederzetting bij Valkenburg. In de netten van Nederlandse Noordzeevissers worden nog geregeld schedelfragmenten en beenderen van de lynx uit de ijstijd aangetroffen.

    Deskundigen gaan ervan uit dat er nooit sprake is geweest van de afschot van de laatste Nederlandse lynx, maar dat de lynx samen met de wolf rond 1890 in Nederland uitstierf. Maar ook dat is niet zeker, aangezien lynxen treklustige, solitaire dieren zijn, in tegenstelling tot de wolf, die vaak vaste jachttrajecten hanteert. Volgens de officiële lezing is de lynx in Nederland echter uitgestorven.

    Potentiële leefgebieden

    In 1991 is een rapport verschenen over de herintroductie van lynxen in Nederland waarin de conclusie wordt getrokken dat de Veluwe 10 tot 25 lynxen zou kunnen voeden. Dat is echter een te kleine populatie om op lange duur zelfstandig te kunnen voortbestaan. Inmiddels is de ecologische hoofdstructuur van Nederland volop in ontwikkeling en sluit de Veluwe vrijwel aan op de Utrechtse Heuvelrug en Duitsland, waardoor een populatie in verbinding kan komen te staan met andere Europese populaties. Hierdoor zou het inteeltrisico verminderen en kan de aanwezigheid van de lynx in Nederland realiteit worden.

    Laat minder zien
    Euraziatische lynx leefomgevingskaart
    Euraziatische lynx leefomgevingskaart
    Euraziatische lynx
    Attribution-ShareAlike License

    Gewoonten en leefwijze

    Het dier leeft territoriaal. De mannetjes hebben aparte territoria die overlappen met die van de eveneens solitair levende wijfjes. Als hol wordt meestal een rotshol gebruikt, maar ook een dassenburcht of dicht struikgewas wordt gebruikt. De omvang van een territorium is ongeveer 100 tot 1.000 km². Hij heeft een voorkeur voor volwassen, dichtbegroeide naaldwouden en gemengde bossen, met veel bomen en een dichte ondergroei. Ook komt hij voor in steile rotsgebergten tot 1.000 meter hoogte. Een enkele keer wordt hij tot op 2.000 meter hoogte aangetroffen.

    Seizoensgebonden gedrag

    Dieet en voeding

    Lynxen jagen voornamelijk in de schemering, al is dit afhankelijk van het moment van de dag waarop hun voornaamste prooidieren actief zijn. Het zijn geen opportunisten; ze jagen voornamelijk op hazen (Lepus), reeën (Capreolus capreolus) en gemzen (Rupicapra rupicapra). Ook knaagdieren, kleine hoefdieren en hoendervogels als patrijzen (Perdix perdix) en korhoenders (Lyrurus tetrix) worden gegrepen. Een enkele keer worden ook grotere hertensoorten gedood. De meeste dieren, waaronder hazen, worden vanuit struiken beslopen. Een groter prooidier als een ree wordt vaak vanuit een boom geslagen, waarna het dier in de keel wordt gegrepen. De lynx eet gemiddeld één kilogram per dag. In Beieren bleek uit onderzoek dat de ree driekwart van het menu uitmaakt. Omdat een ree te groot is om in één keer op te eten, kan een lynx soms zes dagen achter elkaar terugkomen naar een prooidier om hier nog van te eten. Deze kennis wordt gebruikt voor de "monitoring" van lynxen. Jagers vinden soms wel prooien van lynxen, waarna camera's geïnstalleerd kunnen worden met bewegingsmelders waarmee de lynxen gefotografeerd kunnen worden.

    Laat meer zien

    Een lynx is voortdurend bezig met de evaluatie van zijn territorium op basis van prooidieractiviteit. Bekend is dat lynxen wildwissels voortdurend op recente betreding inspecteren. Het is overigens niet waar dat lynxen enkel zieke en zwakkere dieren aanvallen. Ze vallen met name onoplettende dieren aan. Slechts een klein gedeelte van de aanvallen is succesvol (één op de zes), waardoor aangevallen dieren snel oplettend gaan worden en de lynx zich moet verplaatsen naar een ander gedeelte van zijn territorium, waar de prooien eenvoudiger te vangen zijn.

    Laat minder zien

    Paringsgewoonten

    PARINGSGEDRAG

    De paartijd loopt van januari tot maart, waarna na een draagtijd van ongeveer 74 dagen de jongen in mei of juni worden geboren. De lynx krijgt per worp tussen de één en de vijf, meestal twee à drie jongen. De oogjes gaan na 16 à 17 dagen open. De zoogtijd duurt twee tot vijf maanden. Ze verlaten het nest voor het eerst na 4 maanden. Ze blijven ongeveer 12 maanden bij de moeder. Het mannetje helpt de eerste twee maanden mee met de zorg, door voedsel voor de moeder te brengen.

    Laat meer zien

    Een mannetje is na ongeveer 30 maanden geslachtsrijp, een vrouwtje na 22 maanden. Een lynx wordt maximaal 20 jaar oud, gemiddeld 15 jaar in het wild en 17 jaar in gevangenschap.

    Laat minder zien

    Populatie

    Bevolkingsnummer

    In Noorwegen leven nog ongeveer 500 lynxen, maar door de overheid is de jacht toegestaan om dit aantal tot 400 te verminderen.In Finland is de totale populatie nog steeds ongeveer 1200 lynxen.In Zweden wordt de populatie geschat op 1200 tot 1500 dieren.

    Coloring Pages

    Referenties

    1. Euraziatische lynx artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Euraziatische_lynx
    2. Euraziatische lynx op de IUCN Rode Lijst-site - http://www.iucnredlist.org/details/12519/0

    Meer fascinerende dieren om over te leren