Geit
Koninkrijk
Fylum
Onderstam
Klasse
Volgorde
Familie
Onderfamilie
Soort
SOORTEN
Capra aegagrus hircus

De geit (Capra aegagrus hircus) is een evenhoevig zoogdier uit de familie der holhoornigen (Bovidae). De wetenschappelijke naam van dit taxon werd in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus. Het woord geit komt van Germaanse gait-z en is waarschijnlijk verwant met het Latijnse haedus voor jonge geit. Wanneer de gedomesticeerde geit, zoals hier, wordt opgevat als een gekweekte ondersoort van de wilde geit, is volgens Opinion 2027 van de International Commission on Zoological Nomenclature de correcte wetenschappelijke naam Capra aegagrus hircus. Wanneer het taxon wordt opgevat als een soort, is de correcte naam Capra hircus.

Uiterlijk

Er zijn aanwijzingen dat de voorouder van de geit, de wilde bezoargeit (Capra aegagrus), al zo'n 10.000 jaar geleden door mensen werd gebruikt. In Anatolië zijn in ieder geval 10.000 jaar oude sporen van domesticatie gevonden. Andere wilde populaties werden gedomesticeerd in andere regio's van het oude Nabije Oosten. Deze droegen in verschillende mate bij aan domesticatie van geiten in Azië, Afrika en Europa.

Laat meer zien

Als huisdier is de geit door de mens in alle werelddelen ingevoerd, behalve op de poolgebieden. Wereldwijd zouden er ongeveer 450 miljoen geiten zijn, verdeeld over een tweehonderdtal verschillende rassen. In hun oorspronkelijke, droge leefgebieden werden ze hoofdzakelijk gehouden voor het vlees en de huiden. Later ontdekte men in Europa dat de geit in staat is om grote hoeveelheden melk te produceren. Voor mensen die allergisch zijn voor koeienmelk is geitenmelk meestal een goede vervanger. De melk bevat ongeveer hetzelfde vet- en eiwitgehalte als koeienmelk. Geitenmelk is lichter verteerbaar. Een geit geeft gemiddeld drie liter melk per dag. Slechts een beperkt aantal rassen wordt voor de wol gehouden, de bekendste is de angorageit.

Een vrouwelijke geit is een geit of een sik. Het mannetje van de geit is een bok. Een jong geitje is een lam. Een gecastreerde bok is een hamel. Soms wordt een vrouwelijke geit geboren met mannelijke geslachtskenmerken. Dat wordt een kween of kwee genoemd.

Geitensoorten hebben grote variatie in grootte onderling. Geiten van dwergsoorten kunnen 20 kg zwaar zijn, terwijl bokken van grote geitensoorten als de boergeit wel 140 kg zwaar kunnen worden.

Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben een sik. De sik van de bok is gewoonlijk groter dan de sik van de geit. Niet alle geitensoorten hebben sikken.

Laat minder zien

Video

Gewoonten en leefwijze

Dieet en voeding

Paringsgewoonten

De voortplanting van geiten is aan seizoenen gebonden. Ze zijn paringsbereid (bronstig, ritsig, speuls, tochtig, welig, willig) van het eind van de zomer tot het begin van de winter. De eisprong vindt dan om de achttien tot vierentwintig dagen plaats. De vruchtbaarheidsperiode duurt vervolgens, afhankelijk van het dier, een paar uur tot enkele dagen. De draagtijd bedraagt 147 tot 152 dagen. Een eenjarige geit heeft meestal één of twee lammeren. Bij een oudere geit is de geboorte van een tweeling normaal. Een lam drinkt ongeveer drie maanden melk, maar na een dag of tien eet het al wat met de moeder mee van het hooi en het voer. De geit is tien maanden te melken na de bevalling en staat dan de laatste twee maanden van de volgende dracht droog.

Laat meer zien

Als de geit gaat bevallen, merk je dat doordat ze erg onrustig wordt. Ze krabt over de grond en gaat voortdurend liggen om vervolgens weer op te staan. Ook gaat het dier met de tanden knarsen, kreunen en hijgen. Er komt spanning op de uier, en de vagina begint op te zwellen. Het zal dan niet lang meer duren en dan komen de kleine geitjes ter wereld: een tot drie, soms vier, mede afhankelijk van het ras.

Laat minder zien

Populatie

Coloring Pages

Referenties

1. Geit artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Geit

Meer fascinerende dieren om over te leren