Volgorde

Libellen

62 soorten

Libellen (Odonata) (enkelvoud: libel of libelle) zijn een orde van gevleugelde insecten. Tot de libellen behoren twee onderordes: de echte libellen (Anisoptera) en de juffers (Zygoptera). Beide groepen zijn middelgrote tot grote insecten die meestal goed te herkennen zijn aan hun lange achterlijf en de brede vleugels waarmee ze behendig kunnen vliegen. Libellen hebben opvallende facetogen die een groot deel van de kop vormen. Het lichaam is bij verschillende soorten bont gekleurd.

Er zijn ruim 6300 soorten beschreven die over de hele wereld voorkomen. In Nederland en België zijn ongeveer zeventig gevestigde soorten bekend. Door hun ontwikkelingswijze zijn libellen aan het water gebonden, maar de volwassen dieren (imago's) kunnen zich soms over lange afstanden verplaatsen. Hun stevige, rijk geaderde vleugels zijn de enige manier van voortbeweging. De pootjes worden alleen gebruikt om te landen. De vleugelspanwijdte ligt meestal tussen de 2 en 11 cm; enkele soorten bereiken een spanwijdte van 19 cm.

De libellen hebben een lang en divers fossielenbestand. De tegenwoordige soorten stammen af van een oude, primitieve groep gevleugelde insecten die verschenen in het Carboon. Samen met de haften vormen de libellen een zustergroep van alle andere gevleugelde insecten (Neoptera). De libellen hebben in de loop van de evolutie verschillende unieke kenmerken ontwikkeld, zoals hun virtuoze vlieggedrag, goede gezichtsvermogen, voortplantingsstrategieën en de complexe levenscyclus.

Libellen zijn vaak bij water te vinden omdat hun larven daarop zijn aangewezen. Ze zijn uitstekende indicatoren voor de kwaliteit van de omgeving, omdat ze in alle wateren behalve de zee en sterk vervuilde wateren voorkomen.

Toch kunnen ze ook op flinke afstand van water aangetroffen worden, bijvoorbeeld echte libellen die op jacht zijn. Ze hebben dan vaak een voorkeur voor hooggelegen warme plaatsen. Ook mijden vrouwtjes een groot deel van de tijd het water om niet onmiddellijk door een mannetje tot paring uitgenodigd te worden.

laat minder zien

Libellen (Odonata) (enkelvoud: libel of libelle) zijn een orde van gevleugelde insecten. Tot de libellen behoren twee onderordes: de echte libellen (Anisoptera) en de juffers (Zygoptera). Beide groepen zijn middelgrote tot grote insecten die meestal goed te herkennen zijn aan hun lange achterlijf en de brede vleugels waarmee ze behendig kunnen vliegen. Libellen hebben opvallende facetogen die een groot deel van de kop vormen. Het lichaam is bij verschillende soorten bont gekleurd.

Er zijn ruim 6300 soorten beschreven die over de hele wereld voorkomen. In Nederland en België zijn ongeveer zeventig gevestigde soorten bekend. Door hun ontwikkelingswijze zijn libellen aan het water gebonden, maar de volwassen dieren (imago's) kunnen zich soms over lange afstanden verplaatsen. Hun stevige, rijk geaderde vleugels zijn de enige manier van voortbeweging. De pootjes worden alleen gebruikt om te landen. De vleugelspanwijdte ligt meestal tussen de 2 en 11 cm; enkele soorten bereiken een spanwijdte van 19 cm.

De libellen hebben een lang en divers fossielenbestand. De tegenwoordige soorten stammen af van een oude, primitieve groep gevleugelde insecten die verschenen in het Carboon. Samen met de haften vormen de libellen een zustergroep van alle andere gevleugelde insecten (Neoptera). De libellen hebben in de loop van de evolutie verschillende unieke kenmerken ontwikkeld, zoals hun virtuoze vlieggedrag, goede gezichtsvermogen, voortplantingsstrategieën en de complexe levenscyclus.

Libellen zijn vaak bij water te vinden omdat hun larven daarop zijn aangewezen. Ze zijn uitstekende indicatoren voor de kwaliteit van de omgeving, omdat ze in alle wateren behalve de zee en sterk vervuilde wateren voorkomen.

Toch kunnen ze ook op flinke afstand van water aangetroffen worden, bijvoorbeeld echte libellen die op jacht zijn. Ze hebben dan vaak een voorkeur voor hooggelegen warme plaatsen. Ook mijden vrouwtjes een groot deel van de tijd het water om niet onmiddellijk door een mannetje tot paring uitgenodigd te worden.

laat minder zien