De oranjerivierbrilvogel (Zosterops pallidus) is een zangvogel uit de familie Zosteropidae (brilvogels). Dit taxon wordt samen met de Kaapse brilvogel (Z. capensis) vaak nog als één soort beschouwd.
Da
DagdierenVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
In
InsectenetersEen insectivoor is een insectenetend dier of plant. Insectivoor is een term uit de ecologie. Insectivora is een verouderde term uit de systematiek ...
Bo
BoombewonendeZo
ZoochoryNo
NomadischBe
BestuiverTe
TerrestrischeOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Mo
Monogame dierenMonogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
Do
Dominantie hiërarchieSo
Sociale dierenGe
Geen migrantO
begint metBrilvogels zijn onopvallende, overwegend geel- en groengekleurde zangvogeltjes. Er is geen uiterlijk geslachtsverschil in kleur en tekening te zien. De mannetjes zijn te herkennen aan hun niet onaardige zang. De lichaamslengte bedraagt 11 cm.
Deze soort komt algemeen voor in bossen en tuinen. Er zijn twee ondersoorten:
Buiten het broedseizoen trekken de vogels rond in kleine groepen, waarbij ze zich bij voorkeur hoog in de bomen ophouden. Op zoek naar voedsel als kleine insecten en vruchten bezoeken ze vaak bloemen om er nectar te zuigen. Daarvoor hebben ze een speciaal aangepaste tong.
In de broedtijd leven brilvogels in paren. Vrouwtjes kunnen in de paartijd nog weleens agressief uit de hoek komen, door met een opengesperde snavel op het mannetje af te komen. Door een insect in de open bek van het vrouwtje te proppen, kalmeert hij haar. Daarmee probeert hij haar duidelijk te maken, een zorgzaam mannetje te zijn en dat wil zo’n vrouwtje weleens overtuigen. Samen bouwen ze een komvormig nest van grasstengels, plantenvezels en spinrag, dat bevestigd wordt in een vertakking van een struik of boom.Het legsel bestaat uit 3 tot 5 blauwgroene eieren, die door beide ouders worden bebroed. De broedduur bedraagt tussen de 11 en 13 dagen. De jongen worden met verschillende soorten insecten opgevoed en groeien snel. Ze vliegen na 10 tot 12 dagen uit.
Over het taxon Z. pallidus bestaat geen consensus. Vaak wordt ook nog het taxon Z. virens en Z. capensis (Kaapse brilvogel) onderscheiden. BirdLife International erkent de Kaapse brilvogel niet als een apart taxon en dus geldt de status niet bedreigd voor beide soorten. Het is een overwegend zeer algemene vogel in Zuid-Afrika en Namibië.