Neusaap
Koninkrijk
Fylum
Onderstam
Klasse
Volgorde
Onderorde
Infraorde
Soort
SOORTEN
Nasalis larvatus
Grootte van de populatie
Unknown
Levensduur
13-23 years
Top snelheid
24
15
km/hmph
km/h mph 
Gewicht
7-22.5
15.4-49.5
kglbs
kg lbs 
Lengte
53-76
20.9-29.9
cminch
cm inch 

De neusaap (Nasalis larvatus) is de enige soort in het geslacht neusapen (Nasalis), uit de wouden van Borneo. Het meest opvallende kenmerk van de soort is de grote hangende neus van het mannetje, waaraan het dier zijn naam dankt. Het is de grootste slankaap.

Laat meer zien

De soort is genoemd naar de uitzonderlijk grote neus van de volwassen mannetjes, die 17 cm lang kan worden en voor de mond hangt. De mannetjes zijn veel groter zijn dan de vrouwtjes, wegen gemiddeld ruim 20 kg en zijn van kruin tot staartaanzet 66-76 cm lang. De vrouwtjes wegen zo’n 10 kg en zijn 53-61 cm lang en hebben een vooruitstekende neus. De dieren hebben een roodbruine vacht op de rug, schouders, bovenarmen en heupen, met een donkerdere kruin op de kop, een roomkleurige buik en grijze poten, handen en staart. De neusaap komt voor in het laagland van Borneo, in rivierbossen, veenmoerassen en mangroves. Het is een goede zwemmer, zelfs onder water. De dieren eten voornamelijk jonge bladeren, aangevuld met onrijp fruit, zaden, bloemen, insecten en krabben. Vanwege het lastig te verteren voedsel hebben de dieren een opvallende tonvormige buik. Troepen bestaan uit een enkel volwassen mannetje en diverse vrouwtjes met jongen, of uitsluitend adolescente en minder dominante mannetjes. Vrouwtjes wisselen vaak van groep. In gevangenschap kunnen neusapen ongeveer 25 jaar oud worden. De neusaap is een bedreigde soort, die is opgenomen in bijlage 1 van het Verdrag inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (CITES).

Laat minder zien

Uiterlijk

De neusaap is een grote primaat en heeft het grootste relatieve verschil in gewicht tussen volwassen mannetjes en vrouwtjes van alle slankapen. Gemiddelde wegen vrouwtjes 10 kg en zijn 53-61 cm lang terwijl de mannetjes 21 kg wegen en 66-76 cm lang zijn, nog afgezien van de staart van 56-76 cm. De dieren hebben een roodbruine vacht op de rug, schouders, bovenarmen en heupen, met een donkerdere kruin op de kop, een roomkleurige buik en grijze poten, handen en staart. Het is de enige slankaap in Zuidoost-Azië met deze vachtkleuren. De onbehaarde delen van het gezicht zijn vleeskleurig tot terracotta, terwijl het ziteelt en de onbehaarde handpalmen en voetzolen bijna zwart zijn. Beide geslachten hebben uitzonderlijk grote neuzen. Bij de volwassen mannetjes hangend ze tot onder de mond en kunnen 17 cm lang worden. De onbehaarde penis is rood en de balzak zwart.

Laat meer zien

De neusaap heeft een kleinere maag en een grotere twaalfvingerige darm dan de andere slankapen, waardoor het vermogen het voedsel te vergisten kleiner is vergeleken met langoeren waar een groter deel van het dieet uit blad bestaat. Net als stompneusapen en doeks heeft de neusaap een duidelijke uitstulping, de presaccus, bij de voormaag, waardoor de maag uit vier compartimenten bestaat. Het gewicht en oppervlak van de dikke darm zijn groter dan bij andere slankapen.

De hersenen van de mannetjes hebben een inhoud van gemiddeld 102 cm3, de vrouwtjes van 85 cm3. Neusapen hebben een robuuste onderkaak waarvan de helften zeer stevig met elkaar zijn vergroeid. De tandformule van de volwassen neusaap is 2.1.2.32.1.2.3 × 2 = 32, dat wil zeggen twee snijtanden, een hoektand, twee valse kiezen en drie ware kiezen in elke helft van de bovenkaak, en diezelfde elementen in de onderkaak. Dit is identiek aan de elementen van het gebit van de mens. De zware neus wordt ondersteund met buiten het bot uitstekend kraakbeen. De wervelkolom bestaat uit 7 nekwervels, 12 borstwervels, 7 lendenwervels, 3 heiligbeenwervels en 25 staartwervels, 54 in totaal. Bij mensapen zijn de aantallen borst- en lendenwervels veel variabeler. Het penisbot is slechts 8 mm lang. Het opperarmbeen van de neusaap heeft een grote bolvormige kop, en een lange schacht, wat kan wijzen op een andere wijze van voortbeweging in de bomen. De proporties van het schouderblad en de hoek van de kop van het schouderblad lijken op die van de gibbons. De neusaap is de enige soort van de familie Apen van de Oude Wereld waarbij de lengte van dijbeen en scheenbeen samen langer is dan de romp. De middenhands- en middenvoetsbeentjes zijn lang, zowel absoluut als relatief ten opzichte van de kootjes. De voeten hebben een kort vlies tussen alle tenen behalve de grote teen tot halverwege de middelste kootjes.

Laat minder zien

Video

Verdeling

Geografie

Continenten
Subcontinenten
Biogeografische gebieden
Neusaap leefomgevingskaart

Klimaatzones

Neusaap leefomgevingskaart
Neusaap
Attribution-ShareAlike License

Gewoonten en leefwijze

De hoeveelheid tijd die wordt besteed aan rusten, eten en verplaatsen varieert per bostype, en eten gebeurt met meest tussen 13.00 en 15.00 uur. In een gemengd mangrovebos werd meer dan 40% van de tijd gebruikt om uit te rusten, 25% om te verplaatsen, ongeveer hetzelfde om te eten, 8% om te spelen en 1% om te verzorgen. In rivierbossen rusten neusapen meer (ongeveer 75%), eten ze minder (ongeveer 20%) en verplaatsen ze veel minder (3,5%). Het gibbonachtige schouderblad maakt het makkelijker voor de neusaap om zich aan de armen zwaaiend voort te bewegen. Vaak wordt gegeten terwijl het dier aan een arm aan een tak hangt. De neusaap loopt rechtop, met opgeheven armen, op het land en bij het waden. De korte zwemvliezen tussen alle tenen en de lange middenhands- en middenvoetsbeentjes maken makkelijker op de zachte modder van mangrovemoerassen te lopen en om te zwemmen, een waardevolle eigenschap aangezien de soort voorkomt in rivierbossen, moerassen en mangroves. Er is waargenomen dat een neusaap 20 m onder water zwom om een roofvogel te ontlopen. Waar meerdere bostypes naast elkaar voorkomen is er het hele jaar door een grotere verscheidenheid aan voedsel en dekking beschikbaar. Groepen steken vaker rivieren over om onderzoekers te vermijden als ze nog niet gewend zijn aan vredelievende mensen, een aanwijzing dat zwemmen een strategie kan zijn om landroofdieren te ontvluchten. De neusaap steekt het liefst rivieren over waar de afstand naar de andere oever zo klein mogelijk is. De dieren springen van een tak op een hoogte van 5-15 m, landen met een grote plons en zwemmen direct naar de andere oever. De voorkeur voor slaapplaatsen aan de rivier lijkt ook voornamelijk een strategie te zijn om roofdieren te vermijden, omdat noch de temperatuur noch de voedselbeschikbaarheid verschilt tussen de rivieroevers en gebieden waar de neusaap zich overdag voedt. Vooral hogere bomen worden gebruikt om te slapen. Volwassen mannetjes kunnen indringers confronteren terwijl de anderen vertrekken. Bekende mensen worden genegeerd.

Laat meer zien

De neusaap komt vaak voor in hetzelfde gebied als mutslangoeren en Java-apen en ontmoet vaak andere primaten zoals echte langoeren, Borneose orang-oetans en gibbons. Er werd een wild paar Borneose orang-oetans gezien dat een nest had in de buurt van en interactie aanging met groepen neusapen, maar zonder duidelijk conflict of concurrentie om voedsel. Neusapen kunnen in dezelfde bomen eten als Borneogibbons en mutslangoeren, met een paar uur tussenruimte. Groepen gingen slapen in het zicht van mutslangoeren die zich ook voorbereidden op de nacht. Roofdieren die op neusapen jagen zijn onder meer de Borneose nevelpanter, de onechte gaviaal, de koningscobra en de Indische varaan. De populatieomvang van varanen neemt toe na het kappen van bos en men denkt dat dit de populatieomvang van de neusaap negatief beïnvloedt. Grote adelaarssoorten, zoals de Indische zwarte arend, komen voor op Borneo en het is bekend dat ze zoogdieren vangen. Eieren van Ascaris- en Trichiuris-wormen komen veel voor in uitwerpselen van neusapen. Een nieuw beschreven soort nematode, Enterobius serratus, bleek deze soort te parasiteren.

Laat minder zien
Seizoensgebonden gedrag

Dieet en voeding

De robuuste en stevig vergroeide onderkaak maakt dat er goed kan worden gekauwd. De dieren braken soms voedsel op om het te herkauwen, zodat er meer voedingsstoffen opgenomen kunnen worden op momenten dat het dieet vooral uit slecht verteerbaar blad bestaat. Hierdoor zijn de bladfragmenten in de darm klein voor zo’n groot dier. De neusaap fermenteert zijn voedsel in de twaalfvingerige darm. De neusaap eet zaden, vruchten en jonge bladeren die weliswaar van een grote diversiteit aan plantensoorten afkomstig zijn, maar is tegelijkertijd uiterst selectief. Volgroeide bladeren vormen slechts ongeveer 3% van het dieet. Het aandeel van blad in het voedsel varieert sterk. Zo bestaat het voedsel in Kutai National Park, Oost-Kalimantan voor zo’n 80% uit bladeren, 8% fruit, 8% bloemen, en voor het overige schors, insecten en krabben. Langs de Kinabatanganrivier bestaat het dieet voor tweederde uit jonge bladeren en een kwart uit onrijpe vruchten en zo’n 8% bloemen. Rijpe vruchten worden gemeden omdat die suikers bevatten die bij de gisting in de twaalfvingerige darm tot overmatige gasvorming zouden leiden. In Samunsam, Sarawak, eet de soort slechts ongeveer voor de helft bladeren, met 3% bloemen, 35% fruit en 15% zaden. Niet van alle aanwezige boomsoorten worden de vruchten gegeten omdat ze te groot zijn, en sommige zaden zijn te hard. Sommige van die grotere vruchten worden echter wel gegeten door Borneose orang-oetans en Java-apen. De veel voorkomende Croton uit de wolfsmelkfamilie wordt volledig vermeden ondanks hun overvloedige vruchten en bloemen, die echter een sterke onaangename geur hebben. Hoewel bladeren een vast en fors onderdeel van de voeding uitmaken, zijn bepaalde fruitsoorten een belangrijke voedselbron in het seizoen dat ze beschikbaar zijn. De neusaap eet zowel het onrijpe vruchtvlees als de zaden, maar gooit van veel vruchten het vruchtvlees weg wanneer de zaden rijp zijn. De neusaap eet ook schors van bepaalde bomen en de nesten van een soort boombewonende termieten. De hoeveelheid bast en termieten die vrouwtjes eten verschilt per seizoen, mannetjes eten het hele jaar door ongeveer dezelfde hoeveelheid. Er wordt verondersteld dat deze voedingsmiddelen vooral gegeten worden om mineralen aan te vullen, gifstoffen onschadelijk te maken en te helpen bij de spijsvertering, in plaats van als eiwitbron te dienen. Bladeren van geconsumeerde soorten bevatten meer eiwitten, fosfor en kalium en bevatten minder vezels, calcium en mangaan dan de bladeren die beschikbaar zijn maar niet worden gegeten. Er is berekend dat een neusaap van ongeveer 9 kg zo’n 9 ons vers gewicht (270 g droog gewicht) aan voedsel per dag zou consumeren ( 1060 kcal of 121 kcal/kg lichaamsgewicht). De bladeren, vruchten, bloemen en zaden die door de wilde neusaap worden gegeten, bevatten minder eiwitten en meer lignine dan het voedsel van andere slankapen. Bepaalde voedingsmiddelen (Alophyllus cobbe, Rhizophora apiculata en Avicennia officinalis bloemen, R. apiculata bast) worden in kleine hoeveelheden gegeten, maar dragen een onevenredige hoeveelheid voedingsstoffen bij omdat ze bijvoorbeeld veel kalium, zink, calcium of koper bevatten. Als zaadverspreider helpt de neusaap bosregeneratie aangezien de intacte kleine zaden van Ficus en andere boom- en liaansoorten worden vaak aangetroffen in uitwerpselen.

Paringsgewoonten

PARINGSGEDRAG

Vrouwelijke neusapen worden normaal gesproken geslachtsrijp op de leeftijd van 4 tot 6 jaar, nadat het volwassen gebit is voltooid. De leeftijd waarop vrouwtjes seksueel actief worden is gewoonlijk 3-5 jaar en bij mannetjes 5-7. De maximale leeftijd van reproductie wordt verondersteld gelijk te zijn aan de levensduur, aangezien het stoppen van de eisprong niet bekend is. Voortplanting is niet seizoensgebonden en de menstruatiecyclus duurt 22-23 dagen. Seksuele zwelling is duidelijk bij ongeveer driekwart van de copulerende vrouwtjes, waarbij parende adolescente vrouwtjes de duidelijkste zwelling vertonen. De draagtijd is 166 dagen, het interval tussen twee zwangerschappen is in de orde van 2 jaar en ongeveer 60% van de baby's is vrouwelijk. Neusapen zijn polygaam met voortplantingsgroepen die bestaan uit een enkel alfamannetje, verschillende volwassen vrouwtjes en jongen van verschillende leeftijden. Neusapen leven in op vrouwen gerichte samenlevingen waarin mannetjes zich meestal afzijdig houden. Volwassen vrouwtjes kunnen baby's die niet van henzelf zijn vasthouden en verzorgen, terwijl de moeder haar baby gemakkelijk terug kan halen, maar andere baby's borstvoeding geven is nooit waargenomen. Paringen zijn zeldzaam. Vrouwtjes en, minder vaak, mannetjes vragen soms om een paring. Die duurt ongeveer een halve minuut. Meestal is er een enkele bestijging, maar er is ook wel eens een serie van 6 waargenomen. Mannen gaan niet altijd in op verzoeken van de vrouwtjes. Vrouwtjes vragen om een paring door een pruilende gezichtsuitdrukking met tuitende lippen om de aandacht van het mannetje te trekken, gevolgd door hoofdschudden en het presenteren van de billen. Ze blijft haar hoofd schudden tijdens de paring. Mannetjes gebruiken een soortgelijke pruilende uitdrukking als ze seks willen en beide geslachten kunnen deze uitdrukking ook laten zien na de copulatie. Vrouwtjes vragen en paren op elk moment tijdens hun cyclus, maar ook tijdens de zwangerschap. Bestijging zonder copulatie komt voor tussen vrouwtjes, tussen vrouwtjes en zuigelingen of jongen, onder jongen, en tussen jongen en zuigelingen. Bestijgingen tussen volwassen vrouwtjes vinden vaak plaats kort nadat het mannetje niet op de uitnodiging is ingegaan. Vrouwtjes die zelf ook willen paren kunnen een copulerend stel lastigvallen.

Populatie

Referenties

1. Neusaap artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Neusaap
2. Neusaap op de IUCN Rode Lijst-site - http://www.iucnredlist.org/details/14352/0

Meer fascinerende dieren om over te leren