De westelijke woelpad (Spea hammondii) is een gravende, pad-achtige kikker uit de familie Scaphiopodidae. De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Spencer Fullerton Baird in 1859. Lange tijd was de geslachtsnaam Scaphiopus, waardoor deze nog weleens opduikt.
Na
NachtelijkVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
In
InsectenetersEen insectivoor is een insectenetend dier of plant. Insectivoor is een term uit de ecologie. Insectivora is een verouderde term uit de systematiek ...
Ve
VermivorenVermivoor is een zoölogische term voor dieren die wormen eten. Dieren met een dergelijk voedingspatroon staan bekend als vermivoor. Sommige defini...
Fo
Fossoriale dierenTe
TerrestrischeOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Ge
Geen migrantS
begint metDe westelijke woelpad bereikt een lichaamslengte tot 6,5 centimeter. Zoals alle woelpadden heeft ook deze soort een gedrongen en bijna rond lijf, grote ogen en de kikker kan zich bij een aanval opblazen met lucht waardoor hij een beetje op een kogelvis lijkt; een ballon met ogen en kleine pootjes. De kleur is erg variabel; groen, grijs of bruin tot zwart en soms een tekening, vlekken of stippen. Wel dragen bijna alle exemplaren grotere wratten op de rug en flanken die aan de bovenzijde. Deze hebben een lichtere kleur en lijken daardoor op een puistje. Het gif is erg zwak en heeft een opmerkelijke pindakaas-achtige geur. Het gif irriteert de slijmvliezen.
Deze kikker komt voor in noordwestelijk Mexico en het westen van de Verenigde Staten, in de staten Arizona, Californië en New Mexico. De habitat bestaat uit vlakke en zanderige gebieden waar hij kan graven, want woelpadden leiden een ondergronds bestaan hoewel ze geen lange tunnels of holen maken. Om zich in te graven hebben de achterpoten een schoffel-achtig uitsteeksel.