De driekleurennon (Lonchura malacca) is een vogel uit de familie van de prachtvinken (Estrildidae).
De kop, keel en buik zijn zwart, de borst en flanken wit, de rest van het lichaam is kastanjebruin. Het vrouwtje is qua uiterlijk gelijk aan het mannetje. De totale lengte van kop tot puntje van de staart is 11-12 centimeter.
De driekleurennon komt oorspronkelijk voor in het zuidelijk deel van India en op Sri Lanka (het vroegere Ceylon). De vogel wordt veel als kooivogel gehouden en daardoor vormen ontsnapte dieren verwilderde populaties in landen in Zuid-Amerika, Japan en het Caraïbisch gebied. Het is een vogel van gebieden met dicht struikgewas, hoog gras, rijstvelden, rietvelden en moerassen.
Het menu bestaat uit het normale zaadmengsel voor tropische vogels, trosgierst en onkruidzaden. Water, maagkiezel en grit moeten natuurlijk altijd ter beschikking staan.
De driekleurennon heeft een enorm groot verspreidingsgebied (volgens de opvatting van de IUCN) en daardoor alleen al is de kans op uitsterven uiterst gering. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de soort in aantal achteruit gaat en om die redenen staat de driekleurennon als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.