Bonapartes strandloper (Calidris fuscicollis) is een vogel uit de familie van de strandlopers en snippen (Scolopacidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1819 als Tringa fuscicollis door Louis Jean Pierre Vieillot gepubliceerd. De Nederlandstalige naam verwijst naar de Franse ornitholoog Charles Lucien Bonaparte (1803-1857), een neef van Napoleon Bonaparte.
Da
DagdierenVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
In
InsectenetersEen insectivoor is een insectenetend dier of plant. Insectivoor is een term uit de ecologie. Insectivora is een verouderde term uit de systematiek ...
We
WeekdiereterVe
VermivorenVermivoor is een zoölogische term voor dieren die wormen eten. Dieren met een dergelijk voedingspatroon staan bekend als vermivoor. Sommige defini...
Te
TerrestrischeTe
TerritoriaalEen territorium of revier is bij dieren een tegen soortgenoten verdedigd leefgebied, hetzij door een individu, hetzij door een sociale groep. Het i...
Co
CongregatoirOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Po
PolygyniePo
Polygame dierenPolygamie is een huwelijksvorm waarbij één persoon tegelijkertijd gehuwd is met twee of meer personen.
So
Sociale dierenMi
MigrerendW
begint metDe vogel is 16 tot 18 cm lang. Vergeleken met de meeste in Nederland voorkomende strandlopers is deze vogel opvallend lang en heeft hij korte poten. In winterkleed lijkt de vogel sterk op de bonte strandloper (C. alpina), die gemiddeld iets groter is (17 tot 21 cm). Opvallend zijn de vleugelpunten die in rust tot voorbij de staartpennen komen. Verder heeft de vogel een witte stuit (witte bovenstaartdekveren).
Deze soort broedt in noordelijk Alaska en noordelijk Canada en overwintert langs de kust van Patagonië in Chili en Argentinië. Tijdens de trek zijn waarnemingen bekend uit geheel Midden- en Zuid-Amerika. Het is een zeldzame maar regelmatige dwaalgast in onder meer Rusland, China, Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland. De broedgebieden liggen in relatief vochtige, dichtbegroeide toendra's. Tijdens de trek en 's winters verblijven ze in diverse typen wetlands zowel in zoetwatergebieden als bij brak- en zoutwatergetijdengebieden.
Tussen 1958 en 1999 zijn er op de Britse Eilanden ten minste 442 bevestigde waarnemingen. In Nederland is de vogel tussen 1977 en 1999 slechts zes keer waargenomen. Na de eeuwwisseling nam het aantal bevestigde waarnemingen toe: tussen 2000 en 2021 waren dat er 51, wat neerkomt op jaarlijks gemiddeld ergens in Nederland minstens één waarneming.