Nieuw-zeelandse stern
De Nieuw-Zeelandse stern (Chlidonias albostriatus synoniem: Sterna albostriata) is een vogel uit de familie van de meeuwen (Laridae) en de geslachtengroep sterns (Sternini). Het is een bedreigde, endemische vogelsoort in Nieuw-Zeeland. De vogel werd vroeger tot het geslacht Sterna gerekend, maar uit DNA-onderzoek gepubliceerd in 2005 bleek meer verwantschap met de moerassterns.
Piscivoor betekent visetend, en is een term in de biologie die gebruikt wordt voor carnivore dieren die vrijwel uitsluitend leven van vissen. Het g...
Te
TerrestrischeCo
CongregatoirOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Zeevogel is een informele biologisch-ecologische term voor die soorten vogels die zich hebben aangepast op een leven langs of in de buurt van de ku...
So
Sociale dierenMi
MigrerendB
begint metDe vogel is 29 cm lang. Het is een kleine, lichtgrijze moerasstern met een korte gevorkte staart en een witte borst, buik en stuit. De poten en snavel zijn helder oranje. In de broedtijd is de kopkap zwart en reikt tot aan de snavel, buiten de broedtijd zijn er alleen donkere vlekken op de kruin boven het oog.
Deze soort is endemisch in Nieuw-Zeeland en leeft in en rond zoetwater- en rivieroevers op de zuidpunt van het Noordereiland en over een groot deel van het oostelijke Zuidereiland van Nieuw-Zeeland, van de Marlborough-regio tot Southland en op Stewart Island. Een geïsoleerde populatie woont langs de Buller River en de bovenloop van de Motueka River in het zuiden van Nelson. De broedgebieden bevinden zich alleen op het Zuidereiland. Buiten het broedseizoen zoeken ze voedsel tot 10 km in zee.
De Nieuw-Zeelandse stern broedt in een eenvoudig hol in rivierbeddingen op het Zuidereiland. Dit in tegenstelling tot andere moerassterns die nesten van plantenmateriaal op drijvende waterplanten maken. Het legsel bestaat meestal uit twee eieren. De jongen vliegen na ongeveer 30 dagen uit.
De Nieuw-Zeelandse stern voedt zich met vissen en ongewervelde dieren in zoet water. Af en toe neemt ze regenwormen en andere ongewervelde dieren mee aan wal. Op zee voedt de vogel zich voornamelijk met schaaldieren.
De grootte van de populatie werd in 2022 door BirdLife International geschat op 1000 tot 5000 individuen en de populatie-aantallen nemen af door de introductie van invasieve predatoren zoals de hermelijn en habitatverlies. Het leefgebied wordt aangetast door de aanleg van dammen, recreatievoorzieningen en overbegrazing. Om deze redenen staat deze soort als bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.