De grutto (Limosa limosa) is een weidevogel uit de familie strandlopers en snippen (Scolopacidae) van de orde steltloperachtigen (Charadriiformes). De grutto was in de 20ste eeuw een algemene weidevogel, maar gaat sinds de eeuwwisseling door habitatverlies snel achteruit. In 2015 werd de vogel gekozen als nationale vogelsoort van Nederland.
Te
TerrestrischeCo
CongregatoirOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Monogamie is het aangaan van een relatie met één partner.Wanneer iemand meerdere malen achtereenvolgens één partner tegelijkertijd heeft, wordt...
So
Sociale dierenMi
MigrerendB
begint metDe baltsroep van de grutto klinkt met wat fantasie als utto utto utto, dat hij snel achter elkaar roept. Aan deze roep dankt de grutto zijn naam. In de zomer heeft het mannetje van de grutto een oranjebruine kop, nek en borst. Ook de snavel is aan de kopzijde oranje. De flanken en de buik zijn gevlekt. Hij heeft een lange vrijwel rechte snavel. Als de grutto vliegt vallen de witte strepen boven en onder de vleugels op. De grutto is 36–44 cm groot en heeft een spanwijdte van 62–70 cm. Een grutto weegt 280-500 gram. Zijn levensduur bedraagt 10-15 jaar, met uitschieters tot wel 29 jaar.
De grutto lijkt op de rosse grutto. Deze heeft meer rood op de buik en een iets opgewipte snavel. Verder bewoont deze vogel een ander habitat. De rosse grutto broedt in arctische gebieden en overwintert bijna uitsluitend in (sub-)tropische kustgebieden en legt daarvoor enorme afstanden af.
De grutto eet regenwormen, insecten en larven van insecten zoals larven van langpootmuggen (emelten). Grutto's pikken in Nederland soms wel 1200 emelten per dag uit het weiland, tot vreugde van veehouders. In zijn overwinteringsgebied in Afrika (Guinee-Bissau) eet hij rijst op de plaatselijke rijstvelden.
De grutto broedt in veenweidegebieden en uiterwaarden. Oorspronkelijk broedde de grutto in open moerassen en in hoogveen. Toen Nederland steeds meer in cultuur gebracht werd met weilanden, heeft hij zich aangepast aan de omstandigheden.
De broedtijd van de grutto loopt van eind maart tot juni. De broedduur bedraagt 24 à 25 dagen. Een legsel bestaat gewoonlijk uit 4 eieren van gemiddeld 55 x 37 mm.
Nesten worden vooral gemaakt op grasland, in een ondiep kuiltje. Als het gras lang genoeg is, buigt hij de halmen over het nest, dat daardoor moeilijk te zien is. Halflang gras biedt ook bescherming voor uitgekomen kuikens; in langer gras blijken ze zich slecht te kunnen voortbewegen.
Broedde de grutto eerst vrijwel alleen in Nederland door klimaatverandering en verdwijnend weidegebied in Nederland breidt het broedgebied uit naar noordelijke streken.In IJsland, Finland en WestRusland nemen de aantallen toe en doet hij het beter dan in Nederland.
Rond 1960 broedden er in Nederland jaarlijks ongeveer 120-140 duizend paren van de grutto. In 2015, dat door wetenschappers het "slechtste jaar in de geschiedenis van de grutto" werd genoemd, werd het aantal individuele vogels geschat op minder dan 40.000. In 2021 is dat rond de 25.000. De grutto wordt als indicatorsoort beschouwd voor veel milieufactoren. Van 2003-2006 was er onder de naam Nederland Gruttoland een campagne voor het behoud van de grutto.
De belangrijkste oorzaak voor de drastische afname van het aantal grutto's is waarschijnlijk de intensieve landbouw. Monocultuur met enkel gras en weinig bloemen, maar ook te vroeg maaien, toenemende predatie, ontwatering van de grond en veel bemesten speelt de gruttostand parten. Het leefgebied van de grutto wordt bovendien steeds kleiner door verstedelijking en aanleg van nieuwe wegen. Ook gevolgen van klimaatverandering spelen een rol, zoals bv meer droge perioden waarin voedsel (regenwormen) onbereikbaar wordt.
In Vlaanderen werd het aantal broedparen door het INBO op 900 à 1100 geschat.