Cirlgors
Koninkrijk
Fylum
Klasse
Volgorde
Familie
Soort
SOORTEN
Emberiza cirlus

De cirlgors (? uitspraak: sihrl-gohrs) (Emberiza cirlus) is een zangvogel uit de familie van de gorzen (Emberizidae). Het is een soort die voorkomt in akkers, bosschages, bosranden en fruitboomgaarden. Ze komen vooral voor in Zuid-Europa, maar ook in het zuiden van Engeland, het noorden van Frankrijk en het zuidwesten van Duitsland. Broedde voorheen ook in België en is daar nu, evenals in Nederland een zeer zeldzame soort.

Verdeling

Geografie

De cirlgors is een hoofdzakelijk Mediterrane soort die zijn kernverspreiding heeft op het Iberisch Schiereiland, Italië en het westen van Turkije. De soort komt daarnaast ook voor in het noordwesten van Noord-Afrika, Zuidoost-Europa, Frankrijk, het zuidwesten van Duitsland en het graafschap Devon in het zuiden van Engeland. Het totale aantal cirlgorzen in Europa werd in 2004 tussen de 2 en 5,2 miljoen broedparen geschat. Het is over het algemeen een standvogel, maar trekt in sommige delen van het verspreidingsgebied (indien nodig) over korte afstanden.

Laat meer zien

De Zuid-Engelse populatie nam sinds 1930 sterk in aantal af en bereikte zijn dieptepunt van 120 broedparen in 1989. Door middel van gerichte beschermingsmaatregelen is het aantal langzaam weer toegenomen en werd hun aantal in 2009 geschat op ca. 860 broedparen. De dichtheid aan cirlgorzen is daarmee toegenomen, maar zijn areaal beperkt zich nog altijd tot het zuiden van Devon. De Duitse populatie wordt geschat op 250 à 310 broedparen. In Duitsland komt de soort vooral voor in het westen van de deelstaat Baden-Württemberg en ten oosten van het Paltserwoud in de deelstaat Rijnland-Palts. In de deelstaat Noordrijn-Westfalen werd vroeger ook gebroed, maar is net als andere noordelijke populaties verdwenen. In 1947 broedden daar de laatste drie paartjes. Toch doken er sinds 2007 na 60 jaar afwezigheid weer cirlgorzen op in het Zevengebergte van Noordrijn-Westfalen. De cirlgors is als broedvogel uitgestorven in België, waar de soort voor het laatst in 1962 in Henegouwen heeft gebroed. De dichtst bij België zijnde broedpopulatie bevindt zich in Lotharingen, in Noord-Frankrijk.

In het zuidwesten van Duitsland is de cirlgors vooral gebonden aan houtwallen, alleeën, bosranden, fruitboomgaarden, grote tuinen, wijngaarden en nissen in rotswanden. In het zuiden van Engeland komen ze voor op graanakkers waarop gerst en tarwe wordt verbouwd en extensief beheerde graslanden. Aan de voet van de Apennijnen, in de regio Marche (Italië), werd een voorkeur voor fruitboomgaarden, olijfgaarden, wijngaarden en percelen met suikerbiet geconstateerd. Daarnaast werden ze in Sagunto, in de regio Valencia (Spanje) bijvoorbeeld in sinaasappelboomgaarden vastgesteld, waar de bomen tot maximaal 5 m hoog zijn.

Laat minder zien
Cirlgors leefomgevingskaart
Cirlgors leefomgevingskaart
Cirlgors
Attribution-ShareAlike License

Gewoonten en leefwijze

Leefwijze
Seizoensgebonden gedrag
De roep van een vogel

Dieet en voeding

In een onderzoek door Bradbury et al. (2008) in Zuid-Engeland werd vastgesteld dat het dieet van volwassen vogels vooral uit onkruiden en granen bestaat. Zaadjes van de vogelmuur (Stellaria media), zwaluwtong (Fallopia convolvulus), straatgras (Poa annua) en verschillende soorten brandnetels bleken vooral belangrijk te zijn. Het effect van pesticiden speelt ook een aanzienlijke rol. Als er pesticiden worden gebruikt neemt het aantal onkruiden sterk af en is er dus minder voedselaanbod voor de cirlgors. Daarom worden cirlgorzen vooral aangetroffen op akkers waar nauwelijks of geen pesticiden worden gebruikt. Het is ook belangrijk dat er 's winters niet-geoogste graanakkers en stoppelvelden zijn.

Laat meer zien

De jongen worden gevoerd met sprinkhanen en krekels.

Laat minder zien

Paringsgewoonten

De cirlgors begint vanaf maart met de paarvorming en het bezetten van een nestplaats. De territoria worden al vanaf warme januaridagen verdedigd en tot het eind van de zomer bezet. De nestbouw begint vanaf eind april en de eerste eieren worden vanaf begin mei gelegd. Als de omstandigheden gunstig zijn, kan er zelfs een tweede of zelfs derde keer gebroed worden. Het eerste legsel bestaat meestal uit 4 (soms 3) eieren. Een eventueel tweede of derde legsel bestaat uit hoogstens twee of drie eieren. De eieren worden gedurende 11 à 14 dagen geïncubeerd, zijn wit met een groenachtige zweem en hebben donkere vlekjes of strepen. De jongen vliegen vervolgens na 10 à 14 dagen uit. Na 18 dagen beginnen de jongen al zelfstandig te foerageren, maar na 20 dagen zijn ze pas volledig zelfstandig. Het nest wordt op een hoogte van 50 cm tot 2 m gebouwd in een struik of waar mogelijk in nissen van rotswanden. De nesten worden gebouwd in dicht struikgewas, zoals in hagen met sleedoorns, meidoorns, bramen of gaspeldoorns.

Populatie

Coloring Pages

Referenties

1. Cirlgors artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Cirlgors
2. Cirlgors op de IUCN Rode Lijst-site - https://www.iucnredlist.org/species/22720888/132004013
3. Xeno-canto vogelgeluid - https://xeno-canto.org/707696

Meer fascinerende dieren om over te leren