De nijlgans (Alopochen aegyptiaca), ook wel vosgans of Egyptische gans genoemd, is een eendachtige vogel uit de familie Anatidae (zwanen, ganzen en eenden). In deze familie wordt de soort in de onderfamilie Tadorninae (halfganzen) geplaatst. Dit zegt meteen iets over het formaat. De naam nijlgans is verwarrend, want hij behoort niet tot de onderfamilie Anserinae (zwanen en ganzen). De oude Egyptenaren beschouwden de nijlgans als een heilig dier en beeldden hem regelmatig af in hun kunst.
Da
DagdierenPl
Plantenetende dierenFo
FolivoorGr
GranivoorTe
TerrestrischeSe
Semiaquatische dierenWa
WatervogelsGr
Grazende dierenZo
ZoochoryNa
NatatoriaalCo
CongregatoirEi
EierleggendPr
Precociale dierenTe
TerritoriaalMo
Monogame dierenSo
Sociale dierenSa
SamenscholendeGe
Geen migrantE
begint metDe lichaamslengte bedraagt 63 tot 73 cm en het gewicht 2,5 kg. Het verenkleed van beide geslachten is gelijk.
Ontsnapte siervogels vormden na de jaren 1960 verwilderde populaties in Oostenrijk, België, Denemarken, Nederland, Groot-Brittannië en de Verenigde Arabische Emiraten. Zij leven daar als exoten.
in Oostenrijk, België, Denemarken, Nederland, Groot-Brittannië en de Verenigde Arabische Emiraten. Zij leven daar als exoten.
In Nederland komt de nijlgans sinds 1967 voor als exoot. Omstreeks 1999 bedroeg het aantal broedvogels 4500 tot 5000 paar en omstreeks 2009 bedroeg dit aantal 10.000 tot 13.900 paar. Het tempo van toename lag rond 1980 bij de 25% per jaar en vlakte rond 2010 af tot 6% per jaar. In de vogelatlas van 2018 wordt het aantal broedparen ingeschat op tussen de 6900 en 11400 paren.
De nijlgans leeft voornamelijk op het land, hoewel hij goed kan zwemmen. In het broedseizoen verdedigt hij een territorium agressief, ook onderling zijn ze weinig verdraagzaam. Agressiviteit is een handelsmerk van deze soort. Ze passen brute kracht toe om het nest van een andere vogel in te pikken - waarvan vooral grauwe ganzen, maar ook roofvogels, kraaien, eenden en dergelijke het slachtoffer kunnen zijn. Pullen van andere eendachtigen worden als het zo uitkomt verdronken.
De vogel eet zaden, bladeren, grassen en stengels. Af en toe eet dit dier sprinkhanen, wormen en andere kleine dieren.
Broeden gebeurt vooral in holen in de stam van grote bomen. Het vrouwtje bouwt een nest van riet, bladeren en gras. Om de beurt bebroeden vrouw en man de eieren. Beide ouders zorgen voor de jongen tot ze zelfstandig zijn.