De Noordse pijlstormvogel (Puffinus puffinus) is een vogel uit de orde van stormvogelachtigen (Procellariiformes).
Na
NachtelijkVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Vi
VisetersPiscivoor betekent visetend, en is een term in de biologie die gebruikt wordt voor carnivore dieren die vrijwel uitsluitend leven van vissen. Het g...
Te
TerrestrischeCo
CongregatoirOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Een graafgang is een holte of een tunnel die een dier in de grond heeft gegraven als tijdelijk verblijf, als schuilplaats of als bijproduct van ond...
Zeevogel is een informele biologisch-ecologische term voor die soorten vogels die zich hebben aangepast op een leven langs of in de buurt van de ku...
So
Sociale dierenMi
MigrerendM
begint metDit is een middelgrote pijlstormvogel (31 tot 35 cm; spanwijdte ca. 75 cm: gewicht 375 tot 500 gram) die opvallend donker, bijna zwart van boven is en licht, bijna wit van onder. Noordse pijlstormvogels vliegen, of beter gezegd zweven, met stijve vleugels vaak laag boven de golven en kantelen daarbij regelmatig hun lichaamsas. Daardoor is de indruk die ze al vliegend maken afwisselend zwart en wit.
Deze trekvogel broedt op eilanden in de noordelijke Atlantische Oceaan. Met name Skomer en Skokholm (ten westen van Wales) en Rum (in de Hebriden) herbergen enorme kolonies. In het najaar trekken deze vogels naar Braziliaanse wateren om te overwinteren.
Overdag zijn deze vogels druk in de weer met het zoeken naar voedsel, dat bestaat uit vissen en pijlinktvissen. Vaak vangt het dier zijn prooi aan het wateroppervlak, maar zo nu en dan duikt hij er desnoods een paar meter achteraan. 's Nachts komen ze aan land om aanvallen van meeuwen te ontlopen. Meestal broeden ze in een zelfgemaakt hol, maar ze leggen hun enige ei ook weleens onder een rots. Het ei wordt bebroed door beide ouders. Na 6 tot 7 dagen lossen ze elkaar telkens af. Het jong wordt 70 dagen gevoerd en wordt, ongeveer een week voordat het uitvliegt, door de ouders verlaten.