Na
NachtelijkDa
DagdierenVl
Vleesetende dierenEen carnivoor of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt. Dit weefsel kan zowel...
Te
TerrestrischePr
Precociale dierenEi
EierleggendOviparie is het verschijnsel dat dieren zich voortplanten door middel van het leggen van eieren. Anders dan bij vivipare (levendbarende) dieren ont...
Le
LevendbarendViviparie of vivipariteit betekent letterlijk levendbarendheid: het verschijnsel dat de juvenielen van een levend wezen direct uit het moederorgani...
Ro
RoofdierenPredatie is het vangen, doden en opeten door een organisme, meestal een dier, van een ander dier, het prooidier. Predatoren worden ook natuurlijke ...
Gi
GiftigOv
Over het algemeen solitaire dierenGe
Geen migrantIn
In winterslaapDe winterslaap, ook wel hibernatie is een staat van voortdurende hypothermie. Deze kan een lange periode duren, een aantal dagen, enkele weken en s...
P
begint metDe slang bereikt een lichaamslengte van ongeveer 90 tot 115 centimeter, uitschieters kunnen tot 145 cm lang worden. De kop is duidelijk te onderscheiden van het lichaam door de aanwezigheid van een insnoering.De wetenschappelijke soortnaam viridis (groen) slaat maar op een klein deel van de exemplaren in het wild, veel dieren zijn grijs tot meestal bruingrijs. Verder heeft de slang donkere vlekken op de rug, een brede driehoekige kop en soms een net- of luipaardtekening. De ratelslang houdt de ratel hoog in de lucht, maar een specifiek kenmerk is dat niet. Sommige exemplaren hebben helemaal geen tekening, deze zijn egaal groen met een witte flankstreep en ook melanisme komt voor.
De prairieratelslang is endemisch in de Verenigde Staten en komt voor in de staten Iowa, North Dakota, South Dakota, Texas, Nebraska, Idaho, Utah en noordelijk Arizona, ook in de Rocky Mountains tot op 2500 meter hoogte. De soort is ook bekend uit aangrenzende delen van Canada en Mexico. De habitat bestaat uit bossen, scrublands, graslanden, rotsige omgevingen en in zowel gematigde als hete woestijnen.Deze prairieratelslang komt ook wel voor in sterk gecultiveerde gebieden zoals boomkwekerijen, maar mijdt over het algemeen menselijke bewoning.
Het voedsel bestaat uit kleine zoogdieren zoals muizen, maar ook wel hagedissen en vogels, waarvan de slang ook de nesten plundert. Het is geen typisch klimmende soort maar ligt meestal overdag opgerold in het gras en gaat bij de schemering op jacht. In de winter wordt een winterslaap gehouden in de holen van andere dieren en in maart tot mei vindt de paring plaats. Zwangere vrouwtjes houden zich gedeisd, maar eenmaal ontdekt zijn ze bijzonder agressief en vallen onmiddellijk aan.
Als de jongen uitkomen zijn ze al ongeveer 22 tot 28 centimeter lang en ze zijn direct giftig. De ratel hebben ze nog niet; deze wordt groter per vervelling en pas met vier of meer schijfjes kunnen ze ratelen. Oudere dieren hebben tussen de zes en 15 ratelschijfjes, de mannetjes hebben er meer dan de vrouwtjes en de schijfjes kunnen ook afslijten. De enige vijand van de prairieratelslang zijn roofvogels zoals de buizerd.
Deze zeer giftige slang heeft een secreet dat het bloed en weefsels aantast, hemotoxine genoemd, en het gif is 2,5 keer zo sterk als dat van de diamantratelslang. Een mens kan aan een onbehandelde beet snel overlijden; en zelfs behandeld kan het weefsel rond de beet afsterven.